‘Keurcompost onverminderd van goede kwaliteit’
Deze week maakte de Voedsel- en Voederveiligheid Akkerbouw (VVAK) bekend dat zij de kwaliteitseisen van Keurcompost klasse A niet langer voldoende vindt. De reden daarvoor is een veronderstelde versoepeling van de Keurcompost-normen voor verontreinigingen. Voor VVAK reden om akkerbouwers vanaf 1 april 2021 te verbieden om Keurcompost op hun akkers te verspreiden. Op de akkers is alleen nog maar compost toegestaan die voldoet aan de eisen die de VVAK stelt of die voorzien is van een RHP-certificaat. Aanleiding is dat Keurcompost de toegestane verontreinigingsnormen onlangs substantieel heeft verruimd.
Onjuiste veronderstelling
Volgens de BVOR en Vereniging Afvalbedrijven is deze veronderstelling onjuist. Deze twee organisaties onderstrepen dat Keurcompost juist een brede kwaliteitsborging garandeert. De BVOR en Vereniging Afvalbedrijven willen daarom zo snel mogelijk met VVAK in gesprek om te komen tot een praktisch werkbare oplossing voor de compostmarkt, waarbij de hoogste kwaliteit Keurcompost onveranderd gegarandeerd blijft.
Nieuwe Beoordelingsrichtlijn Keurcompost
In een toelichting leggen de twee organisaties de achtergrond uit. Op 1 januari 2021 is de nieuwe Beoordelingsrichtlijn Keurcompost (BRL) in werking getreden. Hierin zijn de eisen opgenomen waaraan Keurcompost producenten moeten voldoen. Zo is in de BRL vastgelegd dat in Keurcompost klasse A maximaal 0,1 gewichtsprocent bodemvreemde verontreinigingen mag bevatten. Hieronder vallen bijvoorbeeld stukjes glas en plastic. Deze eis is de strengste in Europa. Zo zou in Duitsland, Vlaanderen en in de Europese meststoffenverordening 0,5 gewichtsprocent zijn toegestaan. In de nieuwe BRL is de bepaling van bodemvreemde verontreinigingen geharmoniseerd met de wijze waarop dit in andere landen gebruikelijk is. Dat betekent dat niet langer onderscheid wordt gemaakt tussen ‘glas’ en ‘overige verontreinigingen’, maar deze componenten nu samen vallen onder ‘bodemvreemde verontreinigingen’. De norm voor Keurcompost Klasse A was en is 0,10 gewichtsprocent. De constatering van de VVAK dat de Keurcompost-normen ‘substantieel zijn verruimd’ is volgens de twee organisaties onjuist. De Keurcompost-eisen gaan over meer dan een schoon product met minimale verontreinigingen. Zo stelt Keurcompost eisen aan bedrijfsvoering en aan de procescondities, waardoor het compostproduct gegarandeerd vrij is van pathogenen en onkruidzaden. Daarnaast vindt bemonstering en analyse plaats door geaccrediteerde laboratoria met behulp van gestandaardiseerde protocollen. Tenslotte voorziet Keurcompost in een jaarlijkse audit van de compostproducent door een geaccrediteerd certificatie-instelling. De twee organisaties onderstrepen dat het Keurcompost-schema akkerbouwers, toeleveranciers en andere partijen zekerheid biedt over kwaliteitsborging van compost en vergemakkelijkt de handel. Door over te stappen op losse partij-analyses voor compost zouden deze voordelen verloren en vergroten de risico’s op fraude. Gezien deze bezwaren willen BVOR en Vereniging Afvalbedrijven zo snel mogelijk met VVAK in overleg om te komen tot een praktisch werkbare oplossing.
VVAK: ‘Niet tornen aan eisen’
In een reactie zegt André van Hoogendijk van BO Akkerbouw /VVAK desgevraagd, dat zijn organisatie bij haar standpunt blijft. „We gaan graag het gesprek aan, maar we tornen niet aan onze eisen. Nogmaals: hun aangepaste/verruimde Keurcompost-schema sluit niet aan op onze eisen. De akkerbouwers moeten voldoen aan steeds hogere eisen van hun afnemers. Een gevolg is dat ze ook steeds strengere eisen moeten stellen aan hun leveranciers, in dit geval de composteerders”, aldus Van Hoogendijk. Hij onderstreept dat de Nederlandse akkerbouwers niet de oplossers vormen van een probleem waar de compostfabrikanten mee kampen: een toenemende vervuiling van het aangeleverde gft. „Dat probleem zullen ze moeten oplossen met hun leveranciers cq de gemeenten en niet met de akkerbouwers,” aldus Van Hoogendijk. Hij onderstreept dat de VVAK altijd openstaat voor overleg. „Maar we zullen en kunnen niet aan onze eisen tornen.”
Toenemende vervuiling
Dat er sprake is van een toenemend probleem met de afzet van vervuild compost stellen de composteerders zelf ook. In oktober 2020 riepen acht afvalwerkende organisaties de Tweede Kamer op om maatregelen te nemen tegen de toenemende gft-vervuiling. Bedroeg in 2000 de vervuiling nog maar één procent, nu ligt deze rond de 5 procent. Als deze trend doorzet, dreigt de recycling van gft-afval te moeten stoppen en komen de Nederlandse recyclingdoelstellingen in gevaar, stellen de composteerders.
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Ruth van Schriek
Bronnen: BVOR, Vereniging Afvalbedrijven, BO Akkerbouw