Kale grond valt mooi door vorst, geduld op plek met groenbemester
Het heeft alles met de vorst van februari te maken. Zeker waar de grond niet beschermd was door een sneeuwdek of door plantengroei is de uitgangspositie heel goed. De bodem verweerde en droogt in het voorjaar eerder op dan bij groenbemesters.
Bij de groenbemesters op de demo van TopBodem in de Betuwe bleek het niet mogelijk om in één werkgang de suikerbieten door te zaaien (zie foto). Zwijnenburg: „Het zaad valt in een open geultje en er is geen losse grond om het toe te dekken.” Bij een aantal groenbemesters liggen er nog veel resten van de afgestorven groenbemesters of is er hergroei van groenbemesters uit een mengsel. Akkerbouwer en loonwerker Gijs van der Woerd wacht nog even tot de grond bewerkbaar is op die stukken en wil dan rotorren en bieten zaaien.
Groningse telers
Van Tafel naar Kavel bezocht negen Groningse telers die deelnemen aan het project Spaarbodem. Zij bekeek hoe hun land uit de winter was gekomen met en zonder groenbemesters. Late zaai van groenbemesters onder minder goede omstandigheden leverde een matig ontwikkelde stand op tegenover de tijdig gezaaide groenbemesters. Bij slecht ontwikkelde groenbemesters was in Groningen de druk van de onkruiden kamille en muur hoog, zegt Zwijnenburg. „Op de zwaardere gronden zag je vooral de kracht van de vorst voor de verwering.” In Groningen is minder sneeuw gevallen, wat de vorst dieper in de grond liet komen.
Dat de onbedekte grond na de vorst er heel goed bij ligt, is mooi. Toch kan de teler voor de winter nooit weten of er zo’n vorstperiode komt. Dat maakt de keuze moeilijk. Zwijnenburg stelt dan ook dat de teler vooral de keuze moet maken die past bij de eigen grond en het eigen bouwplan. De eigen machines moeten aansluiten bij het systeem. Met de onvoorspelbaarheid van het weer zit er voor de telers niets anders op dan te kiezen voor het systeem dat bij hen past én dat gemiddeld over de jaren het beste resultaat geeft.
Bodemleven
Zwijnenburg zag dat het onder groenbemesters wemelde van biologische activiteit. „Je ziet het aan een kruimelige structuur, poriën en wormengangen. Daardoor kan het water zich goed door de bouwvoor verdelen. De tegenstrijdigheid is dat door de goede structuur de bodem meer kwetsbaar is geworden voor dichtrijden van de poriën. Dat is een extra reden voor geduld met bewerken.”
Te vroeg op een perceel gaan, waar de bodem niet droog genoeg is en de gewasresten onvoldoende verteerd, levert snel versmering op. „Geduld is het advies, al zie je in het voorjaar best vaak dat het snel kan opdrogen met meer daglengte en een hogere temperatuur. Dan kunnen we misschien na een week rotorren en zaaien.”
Het geven van één oplossing voor alle telers en bodems kan niet. Zwijnenburg vindt dat telers zelf moeten afwegen of ze in najaar of voorjaar ploegen of spitten, of ze kiezen voor groen de winter door, of ze het vinden passen om ondiep of niet-kerend te werken. „Ieder voorjaar is anders. Ik denk dat er meerdere wegen naar Rome leiden. Kijk naar je bodem. Bevalt er iets niet? Doe het dan anders!”
Mooi verweren van de grond kan door vorst, door plantenleven, door droogte. Zwijnenburg vindt dat de groenbemesters een goede rol daarin kunnen spelen. „Geef ze een serieuze plaats in de teelt. Daarom proberen we met de demo bij Van der Woerd ook niet met één oplossing of ideaalsysteem te komen. De demo moet iedereen inspireren en na doen denken over wat bij ieders eigen bedrijf past. Er zijn vele opties. Verander wat er bij je doelen past.”
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Gerard Meuffels