Column: André Hoogendijk: Elke boer een eigen niche
Het aantal voorbeelden is inmiddels niet meer te tellen. Het gaat om oude niches, zoals de teelt van de Opperdoezer Ronde, en om spiksplinternieuwe coöperaties zoals Van Onze Grond. Het gaat om boeren die een camping beginnen of ‘iets met zorg’ gaan doen, tot aan de productie van gezonde koolzaadolie of Nederlandse thee. De producten worden soms nog verkocht in een stalletje langs de weg, maar steeds vaker in een prettige winkel of een glanzende automaat. De consument kan online boodschappen bestellen, of zelf een beetje boer worden. Inspiratie genoeg. Niet om na te doen maar om over na te denken.
Soms blijft een product een niche, soms worden hobby’s na een tijdje serieus. Denk aan de teelt van uien die de afgelopen jaren hard is gegroeid. In de veehouderij was het houden van geiten niet zo lang geleden nog een vreemde bezigheid, maar is dit inmiddels een serieuze sector geworden. Met onze innovatiekracht en onze dure grond zijn we als agrarische sector altijd op zoek naar een nieuwe product met marge. Daar zijn we goed in, maar dat betekent altijd klein beginnen. Overigens hoef je dat als boer niet in je eentje te doen. Coöperaties zijn een belangrijk middel om een nichemarkt in te vullen, zoals met het halen van plantaardig eiwit uit aardappelen.
Als je op zoek bent naar gezondheid en geluk, dan kom je vanzelf bij de Nederlandse land- en tuinbouw uit.
Steeds meer boeren maken producten met een keurmerk of een verhaal dat meerwaarde biedt voor consumenten en waar dan door de consument ook extra voor wordt betaald. Denk aan biologisch of Beter Leven. Als hier goede afspraken over zijn gemaakt en men in de keten goed samenwerkt, dan biedt dit meerwaarde voor alle betrokkenen. Een consument die extra betaalt geeft immers lucht voor alle schakels in de keten. Een goed verhaal is hierbij van levensbelang. In elk mooi product schuilt een verhaal. Soms moeten we het alleen nog opschrijven.
De korte keten is een niche die vaak weerstand oproept in de sector doordat deze regelmatig als ‘de’ oplossing voor alle problemen wordt gepresenteerd. Dat is jammer, want directe verkoop aan consumenten heeft zich bewezen als een interessant verkoopkanaal voor boeren. Niet alleen omdat je zelf de marge pakt, maar ook vanwege het contact met de consument. In een wereld van schaalvergroting wordt dit contact steeds belangrijker. Je kunt de korte keten alleen verkennen of met gelijkgestemden in bijvoorbeeld een nieuwe coöperatie. Samen met andere boeren, maar ook samen met een lokale supermarkt of betrokken burgers.
Sommige boeren zijn helemaal tevreden met 40 jaar lang elke dag twee keer de koeien melken met alle bijbehorende werkzaamheden. Niks mis mee. Andere boeren willen zich graag meer contact met buurtgenoten, met consumenten en willen zich uitleven in bijvoorbeeld marketing of voedingstechnologie. Ook niks mis mee. Elke boer moet zich aanpassen aan het bedrijf. Aan het ritme van de dieren en aan het ritme van het weer. Maar elk bedrijf moet zich ook aanpassen aan de boer. En daar moeten we ook alle flexibiliteit in vinden om de zo broodnodige opvolgers een kans te geven.
Boeren zijn vaak tienkampers. Ze moeten meerdere sporten beheersen om een goede score te behalen.
Als je op zoek bent naar gezondheid en geluk, dan kom je vanzelf bij de Nederlandse land- en tuinbouw uit. Wij maken alles om mensen gezond te houden en gelukkig te maken. Dat kunnen we echter nog veel meer uitbouwen. Bijvoorbeeld met inhoudsstoffen als medicijnen, met natuurlijke producten ter vervanging van fossiele grondstoffen, met meer plantaardige eiwitten en met voedsel dat past bij je persoonlijke DNA. Niet achterom kijken, maar juist harder vooruitgaan. Dat betekent experimenteren, werken met startups en af en toe flink op je plaat gaan. We moeten ons als sector de ruimte gunnen om stappen te zetten.
De kunst is natuurlijk om een niche vinden die past bij je bedrijf. Niet iedereen wil zes keer per dag de doosjes eieren langs de weg bijvullen en niet iedereen zit te wachten op een groep bejaarden op het erf. En we kunnen ook niet allemaal biologisch gaan telen. Boeren zijn vaak tienkampers. Ze moeten meerdere sporten beheersen om een goede score te behalen. Ben je goed met planten, dan kun je wellicht een kleine teelt oppakken. Ben je goed met marketing, schrijf je verhaal dan eens op. En ben je echt nergens goed in? Dan heb je misschien wel een partner of kinderen die wat kunnen. Je hoeft het immers niet allemaal zelf te bedenken.