NAV mist voedselproductie in PBL-rapport over ruimtegebruik

Geen verrommeling, geen ad-hoc beleid meer, niet vanuit overheden zaken uitrollen over de leefomgeving van bewoners zonder mogelijkheid van inspraak; het zijn principes waar de NAV volledig achter kan staan. Maar, vindt de vakbond, het rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is nog verre van integraal, ondanks het feit dat in het rapport wordt gepleit voor een integrale aanpak. „Het is onbegrijpelijk dat in het rapport niet de meer fundamentele discussie ter sprake komt: willen we wel of niet streven naar voedselsoevereiniteit, willen we hier voor meer dan alleen Nederland de datacenters hebben, waar gebruiken we drinkwater voor?”
'Nog meer afhankelijk van importvoedsel'
Er is nu al te weinig landbouwgrond om de bevolking te voeden, stelt de NAV. „Als we dat verminderen, worden we nog meer afhankelijk van importvoedsel.” Het rapport ziet alleen het ruimtegebruik door de landbouw en niet de voedselproductie. „Ergens wordt wel genoemd dat voedselproductie zal verminderen maar meer als vaststaand feit. En daarbij wordt compleet voorbij gegaan aan het feit dat de Europese Commissie óók wijst op toenemende problemen met voedselproductie in Europa doordat landbouw in Zuid-Europa moeilijker wordt door klimaatverandering. Het heeft niets te maken met ‘de tweede exporteur van de wereld’ te willen zijn, maar met het feit dat wij op de vruchtbare rivierdelta van Europa zitten met een gematigd klimaat. Nergens een woord over de rol van gezond uitgangsmateriaal zoals pootaardappelen voor de wereldvoedselvoorziening.”
De NAV vindt dat voedselproductie niet als bij-product van de landbouw moet worden gezien. „En waar het PBL stelt dat bodem en water het gebruik dicteren concluderen wij dat vruchtbare landbouwgrond dus behouden moet blijven voor de landbouw.”
Toekomstbestendige leefomgeving
Het rapport ‘Grote opgaven in een beperkte ruimte. Ruimtelijke keuzes voor een toekomstbestendige leefomgeving’ kent een paar hoofdlijnen: 1. Het Rijk moet de regie nemen over de inrichting van Nederland 2. Er moet een balans zijn tussen gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde 3. Het Rijk moet zichzelf verantwoordelijk maken voor het resultaat 4. Het Rijk moet veel meer oog hebben voor draagvlak onder de bevolking.