Zaaien bieten TopBodem-demo afhankelijk van bodembewerking en groenbemesters
Op 8 april bezochten de adviseurs van Van Tafel naar Kavel en M-ARC de demo in Erichem samen met de teler. In de periode daarvoor had Van der Woerd de suikerbieten gezaaid. De laatste bieten zaaide hij op de stukken waar de groenbemesters niet ingewerkt waren en de grond nat en stug bleef. Uiteindelijk zaaide hij toch met een zaaimachine met schijvenkouter en een Cambridgerol om de zaaivoortjes aan te drukken. De teler zegt dat hij de knoop doorhakte, omdat er wat moest gebeuren. Ideaal was het niet, maar hij wacht het resultaat af, dat misschien meevalt in de loop van het seizoen.
Volgens Anna Zwijnenburg van Van Tafel naar Kavel kwamen de jonge kiemplantjes op de eerstgezaaide delen van het perceel begin april boven. Bij de grond die nog bedekt is met afgestorven resten van de gele mosterd en het mengsel was de toplaag natter dan de grond die geploegd was. Dat was te merken met zaaien. Er was geen losse grond om de zaaiveurtjes te bedekken waardoor het zaad bloot kwam te liggen. Op het geploegde is daarom eerder gezaaid vanwege de losse grond in de toplaag. Maar schijn bedriegt. Ook op het geploegde gedeelte was de grond nog erg nat vlak onder deze kruimelige toplaag. Dat betekent als je hier overheen gaat rijden dat de grond verdicht kan raken onder het trekkerspoor.
Zwijnenburg denkt dat het verstandig is in de loop van het seizoen het perceel nogmaals te beoordelen. „De beoordeling in de herfst verschilde al wat van die in dit voorjaar en wat grondbewerking en groenbemesters met de groei van de bieten doen, kunnen we pas in de zomer zien.”
De combinatie van vroeg bewerken en een goed ontwikkelde groenbemester in het najaar lijkt volgens Gerard Meuffels van M-ARC goed uit te pakken. De adviseur denkt dat later beoordelen zeker nog meer verschillen kan laten zien. Hoewel de zomergeploegde grond heel mooi lijkt, ziet hij ook in het niet-kerend behandelde deel van de demo voordelen voor de gewasgroei. Bij het zaaien van de bieten spoorde de trekker nauwelijks in op de niet-kerend behandelde stukken. In dat structuurbehoud ziet Meuffels zeker voordelen.
Plussen en minnen
Uit de demo blijkt dat elke behandeling plussen en minnen kent en dat seizoensinvloeden meetellen, naast het behandelingsmoment, de toegepaste techniek, de zaaidichtheid van de groenbemesters en het type groenbemesters. Ploegen op een ongunstig moment, zoals op de te natte grond in januari, valt slecht uit voor de structuur. Woelen, ploegen en tijdig zaaien van de groenbemesters vallen goed uit. Volgens Zwijnenburg en Meuffels is binnen die behandelingen wat te kiezen voor de telers.