Column: Henk Nienhuis: Vroeg of laat?
Op Akkerwijzer heb ik gelezen dat eind februari de eerste bieten zijn gezaaid. Vaak gebeurt dat in het zuiden van ons land. En veertien dagen later meldde Cosun dat de eerste duizend hectare bieten al zijn gezaaid. Wij zetten in die tijd nog even de schaatsen in het vet en ruimden de laatste sneeuwresten op, daarna kregen we nog een na wintertje en wat hagelbuien. Wij vragen ons af hoe het verdere verloop is van die extreem vroeg gezaaide gewassen. We horen er eigenlijk later nooit meer wat over.
Zijn zij nou zo vroeg of wij nou zo laat? Ik heb gewoonweg slechte ervaring met dat extreem vroege gewerk. Bieten overzaaien willen we niet, want dan heb je het eigenlijk al verloren. In een studieclub hoorde ik een collega-boer eens zeggen: Ik zaai altijd vroeg, want dan ben ik met de tweede zaai ook nog niet laat. Bij de bespreking van de resultaten ‘s winters kwam nogal eens naar voren dat er meer uitval van planten was, meer schieters, er een paar keer vaker moest worden gespoten tegen onkruid en dat sommige boeren een aantal slapeloze nachten hadden gehad vanwege de nachtvorstvoorspelling. Als alles goed ging, bracht dat wel een paar ton bieten extra, maar niet echt een beter netto saldo. Wel meer risico.
Onze vroeg gezaaide brouwgerst gaf maar al te vaak een tegenvallend resultaat qua opbrengst en kwaliteit. En wat onze zetmeelaardappelen betreft hebben we het allerliefst dat ze vlot boven komen en doorgroeien. Onze eigen TBM-pootaardappelen moeten ook niet even een beetje nachtvorstschade oplopen, dat belemmert goed selecteren uitermate.
Ik heb gewoonweg slechte ervaring met dat extreem vroege gewerk
Wat anderen doen, doen wij soms net niet. Bij ons op zand- en veenkoloniën worden dit jaar massaal uien gezaaid. Er wordt tegen ons gezegd dat wij niet meer mee kunnen praten. Doe ik toch, want ik heb het gevoel dat het met de prijs nooit goed komt. Maar onze voorlichtende verkopers zeggen dat onze oppervlakte in de wereld totaal geen rol speelt (op milieugebied horen we altijd heel wat anders). Maar goed, misschien dat buitenlandse boeren anders reageren. De kwaliteit van onze uien is overigens verrassend goed. Het zoveelste voorbeeld van dat kleigewassen, zoals wij ze hier noemen, het op onze lichte grond toch goed doen. We hebben makkelijk bewerkbare grond en het wil ook later in het jaar vaak nog goed rooien.
Ons graan slaan we zelf voor de helft op en we verkopen dat ook zelf. Dit jaar lukt dat waarschijnlijk met een mooi resultaat. We hebben het eind februari verkocht aan een kleine particuliere plaatselijke veevoerfabrikant en brengen het zelf weg. Dat betekent geen ergernis over handelingskosten, tussenpandkosten, droogkosten boven de 15 procent, geen premie voor droog graan. Brouwgerstpremie afhankelijk van de brouwgerst verkoopresultaten van Agrifirm.
Onze wintertarwe staat er mooi op, de laatst gezaaide gerst komt nu boven. De bieten zitten er een dikke week in en kiemen nog niet. Het aardappelen poten begint nu langzaam op gang te komen. Elk jaar verbaas ik me er weer over in wat voor korte tijd de Veenkoloniën veranderen in een prachtig grootschalig landbouwgebied.