Fotoserie: Bollenteler pleit voor open gesprek met buren
Volgens bollenteler Koos van der Avoird is het middel veilig. „Wij werken met door de overheid goedgekeurde middelen. En wij telen ook lelies bij ons woonhuis. Als het gevaarlijk is, dan blijven ik en mijn kinderen er ook uit het gewas. Het personeel werkt er ook mee. Het laatste dat je wilt is dat iemand ziek wordt.” De lelieteelt is uit zichzelf juist goed voor de grond. De bollen wortelen diep. Dat zorgt voor zuurstof in de grond en voor veel bodemleven. „Aardappeltelers willen hun consumptie- of pootaardappelen graag na de lelieteelt op die vrijgekomen percelen verbouwen.”
Lees verder onder de foto
Volgens Koos van der Avoird komt de angst door beeldvorming. Voor de Zembla-uitzending maakte Van der Avoird een praatje met de buren. ,,Nu heb je mensen, die boos zijn en de krant benaderen. Het ene negatieve artikel na het andere wordt geschreven. Je hebt huilende mensen voor je. Het is toch triest dat mensen niet kunnen slapen, omdat er bloemen worden geteeld. Als in de krant steeds wordt herhaald dat wij grote gifspuiters zijn, dan kan ik mij voorstellen dat mensen bang worden. Ik geef ze geen ongelijk.”
Het familiebedrijf Van der Avoird teelt sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw al lelies in de Noordoostpolder en in Gaasterland. De omgeving is sinds die periode flink veranderd. Collegaboeren zijn met het bedrijf gestopt. De percelen zijn door boeren opgekocht. De woonhuizen bleken voor Randstedelingen aantrekkelijk. Op de bijeenkomst in Wijckel was volgens Van der Avoird een derde van de toehoorders Fries. ,,Het zijn de mensen van buiten, die zich hier zorgen om maken. Je kunt wel zeggen dat zij zich aan moeten passen, maar je kunt als boer ook zelf stappen ondernemen. Ga naar de buurman om uit te leggen wat je gaat doen.”
Lees de volledige reportage over Koos van der Avoird in de Veldpost van zaterdag 24 april
Tekst: Agrio
Beeld: Ellen Meinen