Column: Ed Noordam: Biologisch boeren op Letse lichte zavelgrond
Mijn biologisch akkerbouwbedrijf ligt op een uur rijden van de hoofdstad Riga, in de buurt van Limbazi, niet ver van de kust. Het gebied is redelijk vlak en er is vrij veel bos. Dat is op zich best opmerkelijk: in de Russische tijd bestond Letland voor slechts 20 procent uit bos, nu is dat 60 procent. Bomen groeien hier ontzettend snel; als het land twee jaar braak ligt, beginnen de boompjes al te groeien. Zo is er in de afgelopen decennia veel bos ontstaan.
Ik heb het bedrijf in 2015 overgenomen van een Letse boer. Het bedrijf was toen 450 hectare groot, met veel gras en een beetje graan. De bodem - lichte zavelgrond - was leeg en dood, merkte ik al gauw.
Min of meer bij toeval ben ik in hier in gerold. Ik ben namelijk ook agrarisch makelaar en vanuit die functie kwam ik hier kijken. De toenmalige eigenaar vroeg me lachend of ik de grond niet zelf wilde kopen. En uiteindelijk heb ik dat nog gedaan ook. Ik ben hier dus vrij impulsief in gestapt. Maar ik moet zeggen; het bevalt me prima, ondanks het feit dat ik er zeker in de eerste jaren veel energie in heb moeten steken.
Ik merkte al gauw dat biologisch hier booming business is
In het eerste jaar ben ik met dezelfde gewassen verder gegaan. Ik merkte al gauw dat biologisch hier booming business is, de vraag schoot als een raket omhoog. Daar heb ik op geschakeld door veel grasland te scheuren naar bouwland. Ik teel nu grotendeels biologische granen.
Dat klinkt simpel, maar heel veel anders is hier ook niet mogelijk. Ik heb onder meer aardappelen, uien en groente geprobeerd. Het probleem is de afzet: je zit te ver van de afzetmarkten om je producten goed te kunnen verkopen. Ik heb vorig jaar een uitstapje gemaakt naar de teelt van zaaiuien, op proef. Maar door het korte groeiseizoen kwam er helaas niets van terecht. Hier zie je dan ook meer plantuien staan in plaats van zaaiuien, maar ook dat gewas ga ik niet telen. Ook daarvoor geldt: ik zit te ver van mijn afzetmarkt. Vorig jaar heb ik ook nog 55 hectare rode bieten geprobeerd, maar ook dat was eenmalig. Mooi met een subsidie van € 1.100 per hectare en € 50 zaadkosten per hectare maar niet voor het product zelf. In Letland zit je te ver van concentraties van mensen af. Dat is daarom een grote kracht van Nederland: je zit midden in je afzetmarkt. Bovendien heeft Nederland een sterk netwerk van handel en verwerkende industrie.
Ik heb ook een paar jaar zetmeelaardappelen geteeld, in 2017 ben ik daar mee begonnen. Het grote voordeel: er staat een zetmeelfabriek vlak bij mijn bedrijf. Er was veel vraag naar aardappelzetmeel. Alles kon, de sky was de limit. Maar al heel snel raakte die markt verzadigd. In het tweede jaar ging de 'vaste prijs' al naar beneden en in het derde jaar kwam het zetmeelgeld heel laat binnen. Dat was voor mij de reden om er mee te stoppen. Niet zo zeer omdat dat geld laat kwam, maar omdat je merkt dat je heel kwetsbaar bent. Je maakt veel kosten voor zo’n teelt en uiteindelijk is het afwachten of je al die kosten terugkrijgt.
Dus dit jaar pak ik het weer anders aan. We zijn begonnen met de teelt van wintergraan en ik heb een deel in de braak gelegd om kweekgras aan te pakken. Dat is voor mij de enige manier om kweek aan te pakken. Het groeiseizoen is hier kort, in mei en juni is er volop zon en droogt het gras uit.
Het voorjaarswerk moet in achttien tot twintig dagen gebeuren
De grondprijs is hier erg laag, en daarom kon ik in een paar jaar tijd groeien naar 1.200 hectare. We betalen hier zo’n 4.000 euro per hectare. Kom daar in Nederland maar eens om! Dit bedrijf is voor mij dan ook een goede belegging, maar ik zie mijzelf ook wel degelijk als boer. Ik ben nog steeds bezig met het verbouwen van gewassen, al zit ik natuurlijk minder op het realiseren van de optimale opbrengst, zoals in Nederland.
Qua werkdruk hebben we twee pieken in het jaar: het ploegen en zaaien in het voorjaar en de oogst in de zomer. Het voorjaarswerk moet in achttien tot twintig dagen gebeuren, dan moet het echt klaar zijn. In de oogsttijd zijn we langer onder de pannen. Met onze vijf combines dorsen we als loonwerker heel wat hectares. We beginnen in het zuiden van Litouwen, dan door naar het noorden en zo door Letland weer in, en we eindigen op ons eigen bedrijf. We hebben hiervoor 3 New Holland en twee combines van Claas tot onze beschikking. Als alles op volle capaciteit draait, kunnen we zo 150 tot 170 hectare per dag dorsen. Dan gebeurt er heel wat!