EU Farm to Fork zorgt voor mondiaal verlies biodiversiteit en negatieve klimaateffecten

Als de Europese Unie vasthoudt aan het verbod op het gebruik van nieuwe veredelingstechnieken in de biologische landbouw, dan gaat de Europese Farm to Fork strategie waarschijnlijk niet bijdragen aan de Sustainable Development Goals, maar zal eerder het tegenovergestelde bereiken. In dat geval zal uitbreiding van de biologische landbouw in Europa leiden tot een afname van gewasopbrengsten. Om de stijgende vraag naar voedsel te compenseren, is uitbreiding van landbouwgrond elders in de wereld nodig. Dit kan daar verlies van biodiversiteit en negatieve klimaateffecten veroorzaken. Deze wegen zwaarder dan de in Europa te behalen milieuwinst. Deze waarschuwing publiceren verschillende wetenschappers, waaronder onderzoekers van Wageningen University & Research (WUR) in een paper in ‘Trends in Plant Science’.
25 procent biologisch
Met de uitvoering van haar Farm to Fork strategie wil de EU biologische landbouw stimuleren. Doel is dat in 2030 op 25 procent van het totale EU-landbouwareaal biologisch wordt geteeld. Als de huidige Europese beperkingen op het gebruik van nieuwe veredelingstechnieken van kracht blijven, zal deze toename van de biologische landbouw echter niet tot verduurzaming van onze voedselvoorziening leiden, zo blijkt uit de studie van wetenschappers uit Wageningen, de Duitse steden Bayreuth, Göttingen, Düsseldorf en Heidelberg, Alnarp (Zweden) en Berkeley (USA).
Lagere opbrengsten
Op lokaal niveau kan biologische landbouw een gunstig effect hebben op het milieu en de biodiversiteit. In vergelijking met de conventionele landbouw levert biologische landbouw echter ook lagere opbrengsten op. Er zal dus meer grond nodig zijn om dezelfde hoeveelheid voedsel van hoge kwaliteit te produceren. De wetenschappers vrezen dat dit leidt tot verdere omzetting van natuur in landbouwgrond in andere delen van de wereld. Dit is één van de grootste aanjagers van de wereldwijde klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit. „De wereldwijde vraag naar voedsel van hoge kwaliteit neemt toe. Meer biologische landbouw in de EU kan daarom leiden tot milieukosten in bijvoorbeeld Afrika, Azië en Latijns-Amerika die hoger zijn dan eventuele lokale milieuvoordelen in de EU", zegt co-auteur Justus Wesseler, hoogleraar Agricultural Economics and Rural Policy aan de WUR. Hij en zijn mede-auteurs vrezen kortom voor een onbedoelde stap richting minder in plaats van meer duurzame voedselsystemen.
Aanpassing EU-wetgeving
In hun publicatie in Trends in Plant Science pleiten de auteurs daarom voor aanpassing van EU-wetgeving. Zodat het gebruik van moderne biotechnologie en nieuwe veredelingstechnieken, met name in de biologische productie, kan worden gestimuleerd. „Dit geldt met name voor ‘gene editing’, een nieuw precisie-instrument waarbij geen gebruik wordt gemaakt van vreemd DNA”, aldus Richard Visser, hoogleraar Plantenveredeling aan de WUR. Deze techniek biedt kans de voedselproductie duurzamer te maken en de kwaliteit, maar ook de veiligheid, van het voedsel verder te verbeteren.
Koper
Daarnaast kunnen met gene editing schimmelresistente planten worden gekweekt die goed gedijen in de biologische landbouw, zonder dat er nog langer gebruik gemaakt hoeft te worden van koperhoudende bestrijdingsmiddelen. Koper is bijzonder giftig voor bodem- en waterorganismen, maar het gebruik ervan voor de bestrijding van schimmels is in de biologische landbouw toch toegestaan bij gebrek aan niet-chemische alternatieven.
Vooroordelen
De auteurs verwachten dat aanpassing van EU-regelgeving gezien de huidige politieke realiteit niet op korte termijn realiseerbaar is. „Veel beleidsmakers en belangengroepen op EU- en nationaal niveau lijken helaas de voorkeur te geven aan een coëxistentiebeleid, waarbij biologische productie en moderne biotechnologie strikt gescheiden zijn", aldus Wesseler. De onderzoekers hopen dat betere communicatie geleidelijk een aantal diepgewortelde vooroordelen bij beleidsmakers en het bredere publiek kan wegnemen.