Officiële status voor twee phytophthora klonen
Afgelopen jaar heeft EuroBlight 1.221 phytophthora monsters afkomstig uit 28 Europese landen geanalyseerd. De nieuwe variant EU-43 werd alleen vastgesteld in Denemarken. Maar in de Deense monsters, die werden geanalyseerd, bedroeg het aandeel van EU-43 22,8 procent. De nieuwe EU-42 variant werd de laatste vier jaar op beperkte schaal aangetroffen in bladmonsters afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk.
Onbekende genotypen Phytophthora
Van alle 1.221 monsters gaat het in circa 30 procent om onbekende en min of meer unieke genotypen van Phytophthora infestans. In Nederland geldt dat voor 45 procent van de monsters. Verder werden in 2020 vooral de varianten EU-36, EU-37 en EU-13 aangetroffen.
Belangrijkste bevindingen
EuroBlight onderzoekt continu de evolutie van de Europese populatie van de aardappelziekte Phytophthora infestans. Ze rapporteert nu over de resultaten van het jaar 2020. De bacteriedruk in 2020 was opnieuw lager dan gemiddeld met een langdurige periode van warm, droog weer vroeg in het seizoen. Hierdoor was de primaire inoculumbelasting in veel regio’s onder controle.
1.221 monsters
In 2020 werden uitbraken van ziekten uit 28 landen bemonsterd door 22 groepen, resulterend in 1.221 monsters. Ongeveer 70 procent van deze monsters was van gedefinieerde klonale afstammingslijnen die reeds in voorgaande jaren werden waargenomen, terwijl de rest bestond uit kortstondige, genetisch diverse ‘andere’ soorten consistent zijn met ‘oospore-borne inoculum’.
Landelijke trends
Per land steken andere klonen vaker de kop op. Zo komen genotypen en de EU-41-A2-kloon vaker voor in Denemarken, Noorwegen, Zweden en Finland dan in landen in het westen van Europa.