Eerste BioCyclicVegan keurmerk in Nederland uitgereikt
Akkerbouwers uit Ens krijgen keurmerk voor veganistische teelt
Met het keurmerk in handen mogen zijn hun producten officieel ‘biovegan’ noemen. Maar de biologisch-dynamische telers uit Ens (FL) werken al sinds 2008 aan deze nieuwe productievorm. „In de afgelopen jaren hebben we de bodem ontwikkeld en naar de meest geschikte vorm van plantaardige mest gezocht.” Van Strien en Feickens gebruiken in plaats van dierlijke mest een mengsel van onder meer gras, klaver en luzerne om hun gewassen te laten groeien.
Vrijheid
Van Strien is begonnen als gangbaar akkerbouwer, maar stapte na vijf jaar over naar biologisch. „Al snel zag ik de grond beter worden en de gewassen gezonder.” In 2004 schakelde Van Strien om naar biologisch-dynamische akkerbouw en ging hij experimenteren met minimale grondbewerking, maaimeststoffen en compostzaaien. Veel van deze experimenten groeiden uit tot een nieuwe teeltsysteem. Met vegan zette hij een volgende stap. „Veganistisch telen geeft je veel vrijheid. Je kunt alles zelf in de hand houden en bent niet van andere partijen afhankelijk. Met onze teeltmethode, zonder input uit de dierhouderij, werken we aan een toekomstbestendig landbouwsysteem. En we ploegen niet, waardoor de bodem vele malen gezonder blijft dan in de reguliere teelt.”
Volledig plantaardig voedsel is volgens Van Strien veel efficiënter te telen en kan met gelijkblijvend areaal de groeiende wereldbevolking blijven voeden. „In Nederland hebben we een mestoverschot, maar wereldwijd kennen we een groot mineralentekort. Plantaardige akkerbouw zorgt dat dit tekort veel kleiner wordt en maakt het gebruik van productiedieren voor ons voedsel overbodig.”
Nieuw vegan groentemerk
Om zijn visie op plantaardige teelt breed uit te dragen, lanceert Van Strien dit jaar een nieuw vegan groentemerk. Hij gebruikt vanaf dan zijn nieuwe BioCyclicVegan certificering. Zijn biologisch dynamisch keurmerk (Demeter) moet hij inleveren. En dat vindt hij heel jammer. „We waren buitengewoon gemotiveerd om binnen de beginselen van de biodynamische landbouw te blijven werken. Helaas verplicht dit principe tot het gebruik van dierlijke mest. Ik denk dat er ruimte zou moeten zijn om ook andere routes te verkennen binnen de BD-landbouw.”