Mogelijke afschaffing bedrijfsopvolgingsregeling gaat zorgen voor gigantische belastingaanslagen
Begin dit jaar presenteerden ambtenaren van het Ministerie van Financiën een rapport waarin een versobering/afschaffing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) werd aangehaald als één van de 167 suggesties om het belastingstelsel te verbeteren. De regeling wordt nog niet officieel in politiek Den Haag besproken. Desondanks luiden bij ondernemers en accountants de alarmklokken. Met boeren waar zich (mogelijk) een opvolger aandient, worden al oriënterende gesprekken gevoerd om de bedrijfsovername naar voren te halen. Dit ter voorkoming van een mogelijk gigantische belastingaanslag voor de jonge bedrijfsopvolger. „De gedeeltelijke vrijstelling van schenk- en erfbelasting bij bedrijfsopvolging is in 2002 ingevoerd. Het argument voor de invoering van de BOR of BOF (bedrijfsopvolgingsfaciliteit) was dat het voortbestaan van bedrijven niet in gevaar mocht komen bij een opvolging. In de volgende decennium werd deze vrijstelling steeds verder verruimd”, legt Jos Maas uit. Hij is mede-eigenaar van accountantskantoor ABC Adviseurs in Geleen, dat zich onder meer toelegt op de financiële begeleiding van agrarische ondernemers.
Makkelijker bedrijfsovername
Volgens Maas is de BOR een fiscaal instrument dat het voor een bedrijfsopvolger een stuk makkelijker maakt het bedrijf van zijn of haar ouders over te nemen. „Hij of zij kan het bedrijf overnemen tegen een prijs die aanzienlijk lager is dan de vrije verkoopwaarde. Normaal zou de bedrijfsopvolger over het verschil schenkbelasting moeten betalen. De BOR zorgt ervoor dat dit verschil, onder bepaalde voorwaarden, hiervan is vrijgesteld. Eén van de voorwaarden is dat de opvolger het bedrijf na de overname minimaal vijf jaar moet exploiteren.”
Ook hoeft er aanzienlijk minder of geen erfbelasting te worden betaald als de eigenaar van het familiebedrijf komt te overlijden. In politiek Den Haag klinkt steeds vaker de roep dat deze regeling vermogensongelijkheid in de hand werkt. Maas onderstreept dat er tot nu toe nog geen concrete plannen bestaan met betrekking tot een versobering of afschaffing van de BOR en/of BOF (bedrijfsopvolgingsfaciliteit). „Duidelijk is wel dat de regeling ter discussie staat. Met het oog op de financiering van de zeer hoge coronauitgaven gaat de regering op zoek naar nieuwe inkomstenbronnen. Eén van de maatregelen is de afschaffing of versobering van BOR- en/of BOF-regeling.
Gigantische belastingaanslagen
Een afschaffing van de BOR/BOF-regeling zadelt een bedrijfsopvolger bij de overname op met een gigantische belastingaanslag. Stel dat een akkerbouwer zijn bedrijf aan zoon en/of dochter wil overdragen. Het bedrijf heeft een vrije verkoopwaarde van 3.000.000 euro, terwijl de waarde waarbij een normaal een reëel gezinsinkomen is te behalen 1.000.000 euro bedraagt. Dan zou de bedrijfsopvolger over het verschil van 2 miljoen schenkbelasting moeten betalen. Dan zal de opvolger circa 387.000 euro bij de fiscus moeten neertellen. Dit maakt een overname normaal gesproken onhaalbaar. Per saldo moet er immers veel meer belasting worden afgetikt, waardoor ofwel de financiering voor de opvolger te zwaar of zelfs onmogelijk wordt, ofwel er voor de ouders minder vermogen resteert.
Hoeveel vrijstelling een bedrijfsopvolger krijgt, hangt af van de waarde van de onderneming. De vrijstelling bedraagt nu 100 procent over de goingconcernwaarde tot 1.119.845 euro. Boven dit bedrag bedraagt de vrijstelling 83 procent. Bij een waarde van 3.000.000 dient de bedrijfsopvolger belasting te betalen over: 3.000.000 euro -/- 1.119.845 euro = 1.880.155 euro x 17% = 319.626 euro. Over de eerste 128.750 euro 10 procent = 12.875 euro en over 190.876 20 procent = 38.175 is in totaal 51.050 euro. Een verschil van 335.950 euro in vergelijking met 387.000 euro die hij in dit voorbeeld zou moeten neertellen bij een afschaffing van deze regeling.
Maas onderstreept dat de BOR van levensbelang is voor de sector. „Zeker bij grondgebonden bedrijven is er een groot verschil tussen de verkoopwaarde van het bedrijf en de overnamesom van de opvolger. Niet omdat ouders hun kinderen een cadeautje willen geven, maar omdat de opvolgers niet meer kunnen betalen. In de agrarische sector is het al lastig genoeg om een reëel inkomen uit het bedrijf te halen. Het is daardoor al moeilijk genoeg om een opvolger te vinden. Zonder de BOR wordt het voor veel opvolgers onmogelijk om het bedrijf voort te zetten. Veel bedrijven zullen dan (noodgedwongen) in de verkoop komen.”
Anticiperen
De huidige signalen zorgen ervoor dat familiebedrijven met een (potentiële) opvolger(s) kunnen besluiten om de bedrijfsovername naar voren te halen. Zo ook bij de cliënten van Maas. „De signalen dat deze regeling mogelijk wordt afgeschaft/versoberd, zijn voor ons aanleiding om met klanten waar zich (mogelijk) een bedrijfsopvolger aandient in gesprek te gaan om te bezien of het naar voren halen van de bedrijfsovername een mogelijke optie is. Deze gesprekken zouden eigenlijk niet nodig moeten zijn. Het creëert onrust. En het getuigt weer van een onbetrouwbare overheid die mogelijk tussendoor weer de spelregels aanpast en zo een groot probleem creëert. Terwijl de overheid er juist moet zijn om vertrouwen te creëren.”