Telers bespreken strategie grondbewerking op TopBodem-demo in Erichem
Gerard meuffels van M-ARC noemt de zware stukken klei op het perceel 'pittige grond'. Volgens de adviseur is het behoorlijk moeilijk daar een goede strategie bij te kiezen. Ploegen in het najaar is een beproefde methode in de regio. Toch willen boeren soms minder intensief werken, woelen of roteren en de groenbemesters langer laten staan. Dan ziet Meuffels in deze demo wel wat vertraging in het voorjaar. In een heel droog voorjaar zou de grond een harde toplaag kunnen krijgen.
„Wat we proberen in deze demo, is te kijken wat we kunnen met minder intensief bewerken. Het scheelt misschien kosten, bespaart op de kooldioxide-uitstoot en we willen daarbij weten wat het effect op de bodem is. In deze demo zien we bij het niet-geploegde deel een mooie structuur, maar waar we toch geploegd hebben, is de structuur ook mooi.” In het geploegde object, waar geen groenbemesters stonden, blijkt de grond in het voorjaar minder taai te zijn. Loonwerker en akkerbouwer Gijs van der Woerd noemt dit zijn 'favoriete systeem': vroeg ploegen en dan in het voorjaar direct de bieten zaaien. De telers uit de regio begrijpen dat boeren hier en in het Oldambt ploegen in de nazomer als een geschikt systeem beschouwen.
Op het demoperceel is een groot deel niet geploegd maar gewoeld en geroterd. Ondanks de vorst ziet Meuffels de structuurplekken in het perceel terug. Daar werkt ploegen positief op. In de demo blijkt dat in de behandelingen met groenbemesters dat bodeminsecten daar meer overlast veroorzaken. Najaar 2020 was relatief warm en de langpootmuggen legden veel eitjes. Ondanks de vorst in de winter, zijn er nu al weer veel langpoten te zien.
Systeem met groenbemester
Voor Meuffels zou het ideale systeem er zo uitzien: woelen in september en zaaien met de rotorkopeg voorop de zaaicombinatie, aansluitend roteren in januari en tijdig bieten zaaien. Het jaar kan echter verschil maken. Januari was te nat voor roteren en het zaaien van de bieten kon niet eerder dan 27 maart en toen hield de structuur ook nog niet over. Toch houdt Meuffels nu een heel mooi bietje vast. Ondanks dat het niet ideaal was, valt het resultaat niet tegen.
Zonder ploegen in september of zonder ploegen of roteren in de winter blijken de bieten moeilijk te zaaien. In het object met woelen en groenbemester zaaien in september, maar geen bewerking in januari, ziet Meuffels veel missers. Het komt door de moeilijke zaai in de taaie grond met gewasresten en er vallen planten uit door muizenvraat. Gijs van der Woerd probeerde de openliggende zaadjes wat aan te drukken en af te dichten met de Cambridgerol. Dat heeft een beetje geholpen.
In het object met het Terra Life BetaMaxx TR ging het nog wat zwaarder mis door muizen en slakken. Hier is de stand onvoldoende. De discussie gaat er hier over of het beter was gegaan als de bieten wat later gezaaid waren. Dit mengsel kwam de winter uit met hergroei. De sneeuw had de Japanse haver beschermd. Het mengsel had daar minder last van gehad als het in nazomer 2020 eerder gezaaid was en een beetje extra ruimte tussen doodmaken van het mengsel en de zaai van de bieten was mogelijk ook beter uitgevallen. Hier is het een dilemma dat in de demo de behandelingen zoveel mogelijk tegelijk gedaan moeten worden, maar dat dit strategisch niet goed uitpakt voor het mengsel.
Brigitte Kroonen van WUR-proefbedrijf Vredepeel zou willen concluderen dat er meerdere methoden zijn om de grond geschikt te maken voor de suikerbietenzaai, maar dat bij elke methode de eigen timing hoort. Wat er als beste uitkomt, kan per jaar verschillen. Meuffels telde voor dit jaar de opkomst van de bieten. Daarbij komen twee behandelingen voor dit seizoen als beste eruit: alleen maar ploegen in de nazomer en als tweede groenbemester zaaien in september en dan ploegen op wintervoor. Beide behandelingen komen in de demo uit op rond de 100.000 planten per hectare. De behandelingen met woelen en roteren leveren van 80 tot ruim 90.000 planten per hectare op, wat ook voldoende is voor de oogst. Het groenbemestermengsel blijft bij deze strategie achter met 60.000 planten per hectare. Een andere timing en een ander seizoen kunnen de getallen anders laten uitvallen. Telers kunnen kiezen wat ze willen of een paar methodes naast elkaar op verschillende percelen toepassen als risicospreiding.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes