Spical in aardappelen: eerste ervaringen positief
"Het lijkt schade door verdroging te zijn, maar als je beter in de bruin geworden planten kijkt, zie je dat het de bonenspintmijt is. Hij kan in vier weken tijd al het loof wegvreten en dat kost dan heel veel productie." Dat zegt Roelof Kunst, die net buiten het Drentse Gieten een akkerbouwbedrijf van 120 hectare heeft. Zetmeelaardappelen, suikerbieten, pootgoed en granen vormen het bouwplan.
Vorig jaar werd hij benaderd door Agrifirm. De onderneming wilde in de praktijk ervaring opdoen met Spical van Koppert in de bestrijding van spint in aardappelen. Had Roelof Kunst misschien belangstelling om mee te doen?
De ondernemer hoefde niet lang na te denken. Spint in aardappelen is al een jaar of twintig een probleem. "Maar de laatste jaren loopt het vaker uit de hand. Met chemie is er niet veel meer tegen te doen. Ik wilde het wel proberen."
Spical en Spical Ulti-Mite
Roelof Kunst besloot om op proef vier hectare van zijn zetmeelaardappelen - een perceel van 200 bij 200 meter - met Spical te gaan beschermen. Omdat spintmijten vanuit waardplanten aan de randen van het perceel het gewas binnendringen, ging het erom de buitenste rijen aardappelplanten te beschermen.
In die rijen werd rond de langste dag om de vijf meter een zakje Spical in de planten gehangen; later werd ook Spical Ulti-Mite gebruikt. Dit is dezelfde roofmijt Neoseiulus californicus, maar in een zakje dat hem beter beschermt tegen vocht en droogte, waardoor de populatie vitaler blijft en over een langere periode uit het zakje komt lopen. "Dat uithangen leek mij aanvankelijk veel werk", zegt Roelof, "maar uiteindelijk viel het wel mee. Bij elkaar ging het om 160 zakjes. Dat is nog goed te doen."
Ook preventief gebruik mogelijk
Over het effect van Spical is de akkerbouwer tevreden. Hij zag in 2020 in de buitenste vier, vijf rijen veel minder door spint aangetaste planten, of zoals hij zegt: "Hier en daar was bruin loof te zien, maar beduidend minder dan in andere jaren. Spical wist de bonenspintmijt blijkbaar goed uit het perceel te houden. Dat terwijl ik met opzet een voor spint gevoelig ras had gekozen."
Het is wel goed om de bescherming goed op peil te houden en de roofmijt herhaaldelijk te introduceren, zegt consultant Frank Druyff van Koppert. "Het weer kan tegenzitten, denk aan een hittegolf, en dan kan de roofmijt een opdoffer krijgen. Het legertje bestrijders is dan tijdelijk verzwakt."
Ook wijst hij op de belangrijke mogelijkheid om de roofmijt preventief te introduceren. "Neoseiulus californicus is een ‘generalist’. Na het uithangen kan hij zijn populatie al meteen op bijvoorbeeld stuifmeel gaan ontwikkelen. Dan is hij al sterk aanwezig op het moment dat de bonenspintmijt zich aandient."
Het is ook handig, aldus Roelof Kunst, om de zakjes niet al te laag in de plant te hangen. "Muizen vinden de zakjes aantrekkelijk, daarom is een hogere plek beter. De muizen kunnen er dan niet bij."
Kostenbesparing mogelijk
Als gezegd, Roelof Kunst is tevreden over de resultaten met Spical. Dit jaar gaat hij de proef herhalen, maar nu op een grotere oppervlakte. Hij denkt aan 13 hectare.
Ondertussen studeert Koppert op de mogelijkheid om de roofmijt op een andere manier te introduceren. Frank Druyff: "Op grotere of veel grotere percelen vraagt het handmatig uitzetten uiteraard meer tijd. We kijken naar de mogelijkheid om via bijvoorbeeld een module op de spuitboom de bestrijder uit te zetten."
Fokko Prins van Agrifirm wijst nog op een ander punt. Hij rekent voor dat het gebruik van Spical goedkoper kan zijn dan een chemisch alternatief. "Hier ging het om 160 zakjes op vier hectare, dat komt neer op ongeveer twintig euro per hectare, maal drie introducties is zestig euro per hectare voor het hele seizoen. Eén chemische bespuiting kost al gauw 85 euro per hectare. Tel uit je winst. Die neemt trouwens toe op grotere of veel grotere percelen of als in één seizoen meerdere chemische bespuitingen nodig zijn."
Akkerbouw werkt aan biologische alternatieven
In de Nederlandse akkerbouw groeit de belangstelling voor de biologische gewasbescherming. Tot tien jaar geleden kwamen nog regelmatig nieuwe chemische middelen op de markt. Maar daarna begon het pakket te krimpen. Fokko Prins van Agrifirm: "Daardoor vallen er gaten in de strategie. De biologie moet alternatieven aandragen en die onderzoeken wij voor onze akkerbouwers."
Agrifirm werkt daarbij samen met Koppert en het onderzoek. De focus ligt op onder meer de bonenspintmijt in aardappelen, op biostimulanten in de bietenteelt, op het effect van Spidex Vital op door spint aangetaste aardappelplanten en op het gebruik van Trianum (zie elders in deze editie) in een reeks gewassen.