Na elke bollenteelt de juiste groenbemester
Het telen van een groenbemester na de oogst van bloembollen is al jaren een goede gewoonte van bollentelers. De bodem in goede conditie houden is net zo'n sport als de bollenteelt zelf. Na bloembollen is meestal vroege zaai mogelijk en dat is gunstig voor de slagingskans. Wie groenbemesters serieus neemt, teelt ze als een hoofdgewas.
Schadelijke aaltjes bestrijden
Wat in een specifieke situatie de beste groenbemester is, hangt af van meerdere factoren. Jos Groot Koerkamp van LG licht toe. “Als de groenbemester wordt ingezet vanwege een aaltjesprobleem maak je een andere keuze dan wanneer het primair gaat om de aanvoer van organische stof of het stimuleren van de biodiversiteit. En we hebben tegenwoordig zelfs speciale mengsels voor bioteelten of niet-kerende grondbewerking.”
Vaak zijn aaltjes de belangrijkste factor bij de groenbemesterkeuze na bollen. “LG heeft groenbemesters voor de bestrijding van alle belangrijke aaltjes”, vervolgt Groot Koerkamp. “Onze nieuwste is de multiresistente bladrammenas Adventure. Die is niet alleen sterk op bietencystenaaltjes (BCA) en M. chitwoodi, maar geeft ook een sterke drukking van M. hapla. Dat is een unieke eigenschap die belangrijk is voor rotaties met peen en witlof. Maar ook voor organische stof en doorworteling is het een prima keuze. Hij bloeit laat en is vorstgevoelig.”
Multiresistent
De tweede multiresistente bladrammenas is LG Doublet Plus. “Die pakt ook veel aaltjes: de trichodorus en paratrichodorus soorten die het tabaksratelvirus (TRV) overbrengen, drie aaltjes uit de Meloidogyne familie (naasi, fallax en chitwoodi) en bietencystenaaltjes. Doublet zit ook in ons Nemaredux-mengsel, samen met chitwoodi-resistente zwaardherik en facelia. Die laatste is een uitbundige bloeier en dat is positief voor bestuivers.”
Als meest effectieve bestrijder van Pratylenchus penetrans (een zeer schadelijk wortellesieaaltje) mogen afrikaantjes niet ontbreken. Groot Koerkamp: “Onze LG Tagetes patula geeft tot 99% doding. Je moet hem dan wel vroeg zaaien. Als het aaltjesprobleem iets minder groot is, kun je de Pp-populatie ook goed onderdrukken met onze Silke Plus Japanse haver. Die is goedkoper en heeft een zeer hoge slagingskans. En je kunt tot september zaaien.”
Organische stof
Wanneer aaltjes niet de dominante factor zijn, verschuift de aandacht naar de toevoer van organische stof. Naast de positieve invloed op de structuur is een gevarieerd organische stof aanbod belangrijk voor een vitaal bodemleven. “Silke Plus scoort al goed op organische stof maar de Orgamax is echt ons organische stof kanon. Het is niet voor niets de grootste groeier in ons assortiment. Er zitten zonnebloemen in en die komen bij zaai na bloembollen ook nog in bloei. Dat is echt een prachtig gezicht, alsof je in Frankrijk bent.”
NKG en bioteelt
Niet-kerende grondbewerking is flink in opmars. “Daardoor is er behoefte aan speciale groenbemestermengsels”, stelt Groot Koerkamp. “Ze moeten vorstgevoelig zijn en makkelijk in te werken. Ons nieuwe Greencover NKG-mengsel voorziet hier in. Het is een mengsel van zonnebloem, facelia, gele mosterd en vlas. Je krijgt veel massa en een prima bodembedekking. Dit mengsel past ook prima na bloembollen.” Voor de bioteelt ontwikkelde Limagrain de EKO- groenbemestermix. Samengesteld uit de vlinderbloemigen veldboon en erwt die stikstof produceren, bladraap en bladkool die stikstof vastleggen en vlas voor een goede doorworteling. Het mengsel is SKAL-gecertificeerd. Bij tijdige zaai kan er in de herfst zelfs een snede ruwvoer van worden geoogst.