Waarom een groenbemester telen na graan best lastig kan zijn!
De laatste jaren zien we in de praktijk dat een succesvolle geslaagde teelt van de groenbemester niet altijd vanzelfsprekend is. Om de slagingskans te vergroten moet je de teelt van de groenbemester ook echt zien als een hoofdteelt. Het teeltseizoen van de hoofdvrucht begint dus eigenlijk al met een geslaagde groenbemester als voorvrucht. Dit is bij een groenbemestermengsel extra aan de orde omdat het belangrijk is dat alle componenten opkomen voor het beste resultaat.
De stand van de groenbemester, en dus de positieve op de werking, is veel beter bij een goed zaaibed en de juiste zaaimachine. Dit bevordert ook de snelheid van opkomst en beginontwikkeling waardoor onkruid minder kans krijgt en de onkruiddruk dus ook lager zal zijn. Bij het zaaien is het belangrijk om het zaad te bedekken met grond en aan te drukken voor voldoende vocht bij kieming. Om uitdroging van het zaaibed te voorkomen is het ook aan te raden om zo snel mogelijk te zaaien na het klaarleggen van het perceel.
Graanopslag en onkruid kunnen invloed hebben op de samenstelling van de groenbemester. Door een vals zaaibed toe te passen wordt dit sterk terug gedrongen. Ook groenbemestercomponenten met een snelle grondbedekking, zoals bladrammenas en facelia, hebben hier een positieve invloed op.
Bemesten na de graanoogst is niet alleen belangrijk voor de groei van de groenbemester maar ook voor de vertering van de graanstoppel en het stro. Deze bevat namelijk veel koolstof, en dat betekent dat er ook voldoende stikstof beschikbaar moet zijn voor het bodemleven om dit af te kunnen breken. Een bemesting van zo’n 40 à 50 kg stikstof per hectare uit drijfmest is daarom gewenst. Als het stro niet wordt afgevoerd dient de bemesting met 20 kg stikstof verhoogt te worden.
Het hakselen en goed verdelen van het stro en de stoppel zorgt voor een gelijkmatige vertering. Daarnaast kan het zaad dan beter worden afgedekt met grond waardoor de kieming beter is. Probeer de tijd tussen de oogst en het daadwerkelijke zaaien van de groenbemester zo kort mogelijk te houden om maximaal profijt te hebben van de groenbemester.
Een extra aandachtspunt is de mogelijke nawerking van bepaalde gewasbeschermingsmiddelen die nog nawerken in de nateelt groenbemester. Vooral in het zeer droge jaar 2018 hebben we dit gezien en dan vooral als er geen kerende grondbewerking heeft plaatsgevonden. Bij twijfel vraag advies bij uw gewasbeschermingsspecialist.
Ieder TerraLife® groenbemestermengsel is nauwkeurig samengesteld voor specifieke teeltsystemen. Hierin is er gezocht naar een balans tussen vlotte ‘grondbedekkers’ en andere nuttige planten met een wat langzamere beginontwikkeling, zoals vlinderbloemigen.
Door te kiezen voor het juiste TerraLife® groenbemestermengsel én aandacht te besteden aan de teelt wordt de bodemweerbaarheid maximaal verhoogd en de optimale basis gelegd voor de volgende hoofdteelt.