Fotoserie: Mechanische onkruidbestrijding in aardappelen en bieten mogelijk, maar vraagt veel tijd
Op twee proefvelden, bij Musselkanaal (GR) en Witteveen (DR), bekijkt het HLB wat de mogelijkheden zijn voor een toekomstbestendige beheersing van onkruid in aardappelen en bieten. Daarbij wordt gekeken naar een gangbare aanpak (met behulp van chemie), een aanpak met de helft van het aantal bespuitingen met aanvulling van een mechanische onkruidbestrijding en een volledig mechanische aanpak. Elk proefveldje bestaat uit twee delen; bij een deel is de grond geploegd, de andere helft is gespit.
Treffler-eg
Het is het tweede jaar dat de proeven in de praktijk liggen en de verschillen met vorig jaar zijn groot. „Vorig jaar was het echt droog, nu is het echt nat, waardoor eigenlijk alles anders is”, zegt Luuk Heling van HLB. Daarbij komt dat het vorig jaar vooral nog een beetje pionieren was. „Op het gebied van mechanische onkruidbestrijding hadden we nog maar weinig machines. We moesten ze inhuren en ook nog leren kennen. Nu heb ik zelf een Treffler-eg “, vertelt Bert Horsting, akkerbouwer en medewerker bij HLB.
De belangrijkste les van twee jaar veldproeven: de grondbewerking is de basis, die moet helemaal in orde zijn. De grond moet vlak liggen, stevig aangedrukt en voldoende gekruimeld. „Als dat niet goed is, heb je er het hele seizoen last van”, stelt Frank ter Beke, HLB-adviseur. „De tanden van de eg pakken dat ene onkruidje niet als er net een oneffenheid is, in kluiterige grond egt het ook lastiger.” In de bieten is dit nóg belangrijker dan in de aardappelen.
Tekst gaat verder onder de foto
Positief verrast
Het proefveldje bieten waarin slechts drie keer is gespoten, is goed schoon. In het veldje waarin alleen mechanisch te werk is gegaan, staat nog wel wat onkruid. Dit veldje is elf keer geëgd en één keer geschoffeld. Ter Beke: „Je blijft bezig met zo’n veld, tot het moment waarop het gewas gesloten is. Dan krijgen de onkruiden geen kans meer.” Maar toch, de drie mannen, maar ook veel telers die het perceel bezoeken, zijn positief verrast over wat je met alleen mechanisch kunt bereiken.
In het proefveld aardappelen - ras Novano - staat in het veldje waarin minder is gespoten nog aardig wat onkruid. Met name een gevolg van de weersomstandigheden, vertelt Horsting. „Er zou nu drie keer gespoten moeten zijn, maar door de regen is het nog maar één keer gelukt.
'Grond in beweging houden'
Om het onkruid de baas te blijven is het belangrijk om, zoals de teler zegt „de grond in beweging te houden”. Voor opkomst eggen, rond opkomst er vooral afblijven, maar als de planten er staan eggen en aanaarden. „De worteltjes van de onkruiden moeten los in de grond zitten, zodat ze niet kunnen groeien.” Daar zit volgens de drie HLB’ers een groot verschil tussen gangbare en biologische telers. „Een gangbare boer kijkt welke onkruiden er boven staan, een bio-teler kijkt in de grond om te zien of hij witte worteldraadjes ziet.”
Bij een goede onkruidbestrijding zijn een paar dingen belangrijk, vindt Ter Beke. „Timing: wanneer moet ik iets doen. Stand van het gewas: wanneer moet ik niets doen. Weer: wat zijn of worden de weersomstandigheden en wat ga ik daar mee doen.”
Tekst gaat verder onder de foto
Extra inspanning
De meeste boeren willen best mechanisch aan de slag in hun gewassen, weet Heling. „Maar die extra inspanning en kosten moeten wel worden betaald. En dat lukt nu niet.” Want extra tijd kost het zeker. Horsting: „Met mijn spuit pak ik 39 meter in één keer, met een snelheid van 5,5 km per uur. Met de eg van 9 meter kan ik in deze aardappelen niet sneller dan 4 km per uur. Dat is een groot verschil.”