Achtergrond: NVWA verlegt onderzoek bruinrot in oppervlaktewater naar grenzen van verbodsgebieden
Als het gaat om de beregeningsverbodsgebieden (kaart) komt de NVWA al enkele jaren met mooie berichten naar buiten. Recent kon de dienst melden dat het gebied waarbinnen in de aardappelteelt geen oppervlaktewater mag worden gebruikt met 21 procent is gereduceerd. Vorig jaar was er al 12 procent af gegaan, in 2019 was dat 11 procent. De vrijgegeven gebieden variëren van enkele watergangen tot hele teeltgebieden. Zo zijn bijvoorbeeld recent tussen Emmen, Ommen en Hoogeveen, en van Venlo tot Den Bosch grote gebieden weer vrijgegeven.
De verkleiningen zijn het resultaat van eigen onderzoek naar de aanwezigheid van de bruinrotbacterie. Op vooraf vastgestelde locaties worden watermonsters genomen en onderzocht. Op basis van het resultaat bakent de NVWA een gebied (opnieuw) af.
Twee keer rood
Al ruim 25 jaar worden in Nederland gebieden aangewezen waar het gebruik van oppervlaktewater in de teelt van aardappelen verboden is vanwege de aanwezigheid van de bacterie Ralstonia solanacearum, de veroorzaker van bruinrot in aardappelen. In 2016 is de NVWA gestart met het opnieuw in kaart brengen van de aanwezigheid van de bruinrotbacterie binnen de bestaande verbodsgebieden. Hiervoor zijn ieder jaar 1.300 monsters genomen. Voor de statusbepaling van een gebied bekijkt de NVWA de resultaten van drie jaar: Bij twee keer rood houdt het water de status besmet met bruinrot, drie keer groen betekent dat het vrijgegeven kan worden. Daarom konden ‘pas’ in 2019 de eerste gebieden weer worden vrijgegeven.
De NVWA zit in het laatste jaar van dit uitgebreide rasteronderzoek van het oppervlaktewater in de verbodsgebieden, de laatste monsters worden deze zomer genomen. Eind dit jaar moet duidelijk worden of ook deze monsters leiden tot een verdere verkleining van de bestaande verbodsgebieden. Bert Waterink, NVWA-sectormanager akkerbouw fyto, verwacht dat dit het geval is.
Vanaf volgend jaar wil de NVWA zich meer richten op de begrenzing van de bestaande gebieden om de afbakening verder te verbeteren. Afgelopen jaren heeft de NVWA de afbakening al veel verbeterd, maar het blijft belangrijk om hier structureel aandacht aan te geven, stelt Waterink. De bemonstering van het oppervlaktewater zal de komende jaren dan ook meer plaatsvinden langs de grenzen van de verbodsgebieden. De kans dat er dan ook weer, net als de afgelopen drie jaar, grote gebieden worden vrijgegeven, wordt natuurlijk wel kleiner.
Geen oppervlaktewater voor pootgoed
Buiten elke discussie over het gebruik van oppervlaktewater staat de teelt van NAK-pootgoed en ATR- en TBM-vermeerderingsmateriaal. Deze teelten mogen op geen enkele wijze in contact komen met oppervlaktewater. Gebeurt dit toch dan mogen de aardappelen niet meer als pootgoed worden gebruikt of in het verkeer worden gebracht. Ervaringen uit het verleden hebben geleerd dat met deze maatregel een grote slag is gemaakt in de strijd tegen bruinrot.