Tussenstand: gewas TopBodem-demo mooist bij zomerploegen en groenbemester

Bezoek demoveld TopBodem — Een kijkje in het gewas en in de bodem met Anna Zwijnenburg (Van Tafel naar Kavel), Jan Wijnen (BioScope) en teler/loonwerker Gijs van der Woerd. Beeld: Jorg Tönjes

Elk bezoek aan de TopBodem-demo in Erichem geeft weer nieuwe inzichten. Bij het bezoek op 25 juni constateert teler Gijs van der Woerd dat vergeleken met 2 weken geleden de stand van de bieten het mooiste is na zomerploegen én de teelt van een groenbemester (gele mosterd). Eerder in juni had hij nog gekozen voor de behandeling met alleen zomerploegen.

„Ik zou nu zeggen dat het gewas bewijst dat de bieten net wat mooier staan bij de combinatie van ploegen in september en dan inzaaien van de gele mosterd”, zegt Van der Woerd. Alleen ploegen is een methode die veel telers in de regio fijn vinden, ook omdat je geen gedoe hebt met de groenbemester en de resten ervan in het volggewas. Het lijkt erop dat nu de extra biomassa van de groenbemester (die nu verteert) goed is voor het gewas en bij het graven en beoordelen van het bodemprofiel in de bouwvoor is te zien dat een goed doorwortelende groenbemester net wat beter is voor de structuur en het bodemleven. „We hebben geen kunstmest gestrooid. De velden met groenbemester hebben veel biomassa en mooi donker blad. Het geploegde zonder groenbemester lijkt nu iets stikstof te kort te komen”, zegt Van der Woerd.

Ploegen en woelen op het verkeerde moment blijft een slechte keuze, kijkend naar de resultaten in de TopBodem-demo. In dit geval gaat dat om ploegen in januari en zelfs het woelen na een lang droge periode in de nazomer was niet optimaal gekozen. Ook toen bleek de woelpoot op een diepte van 30 centimeter een versmeerd spoor achter te laten.

Kijkje in de trekkersporen

Bij de beoordeling van gewas en bodem keken Anna Zwijnenburg en Albert Jan Olijve van Van Tafel naar Kavel met teler Gijs van der Woerd, Jan Wijnen van BioScope en Geert Elzes van zaadfirma Vandinter Semo ook even in het trekkerspoor (voor verschillende grondbewerkingen en spuiten). Daar zijn de gevolgen van de verdichting helder in beeld te brengen. Bieten die op een dichte laag stuiten, krijgen rare vertakkingen en ontwikkelen zich minder. „Deze kijkt een beetje lelijk”, grapt Zwijnenburg. Maar het blijkt ook dat andere bieten, die op het eerste gezicht redelijk bovengronds lijken, toch onder de grond de barrière tegenkomen en minder goed groeien.

Op 11 juni leken de suikerbieten op de geploegde grond (zonder groenbemesterzaai) het beste te staan. Nu is met een blik over het veld te zien dat de bieten het met groenbemester als voorgewas beter doen. Over de hele linie laten de suikerbieten zien dat het gewas een mindere start later nog enorm goed kan compenseren. Hoe de relatieve voorsprong van de nu best tonende banen in de demo uitpakt voor gewas en bodem, willen de TopBodem-partners in augustus en na de oogst nogmaals beoordelen.

„Zomerploegen is het beste met een plus bij de groenbemester”, concludeert Zwijnenburg. Bij het maken van de profielkuilen en de beoordeling van de bieten zien we hier de mooiste structuur, actief bodemleven en suikerbieten die gemakkelijk naar beneden groeien. Bij het deel waar verschillende hoeveelheden gele mosterd zijn gezaaid, lijkt de beste zaaizaadhoeveelheid bij 25 kilo te liggen. Bij 35 kilo zaaizaad komen de resultaten voor doorworteling, bodemstructuur en bodemleven dichtbij die van 25 kilo. Bij 15 kilo zaad is de structuur en het bodemleven wat minder.

Van der Woerd vindt het een voordeel van zomerploegen dat de teelt van de groenbemester schoon begint. Geert Elzes concludeert dat zomerploegen plus zaai van de groenbemester zijn kracht in een groter wordend gewas laat zien.