‘Timing, bemesting en vertrouwen cruciaal bij goede loofdoding’
Loofdoding zonder Reglone en Finale vraagt om een andere strategie, omdat de alternatieven anders werken. Een natuurlijke afrijping is belangrijk, stelde Smit. Daarom moeten telers vroegtijdig anticiperen op de ontwikkeling van het gewas. Dat kan door meerdere keren proefrooiingen te doen, maar ook door het bemestingsplan aan te passen. Elk ras heeft zijn eigen bemestingsbehoefte, verklaarde Van Soesbergen. „We zien dat akkerbouwers veel investeren in de bodem. Het resultaat daarvan is dat de bodem nu wat gaat terugleveren aan het gewas. Een standaard advies voor bemesting past hier niet bij.” Zijn advies: „Ga niet verder dan 80 procent van het advies en kijk gedurende de teelt waarin je kunt bijsturen.”
Loof blijft langer groen
Met de nieuwe middelen voor loofdoding, zoals Quickdown, is het een kwestie van tijdig beginnen, omdat het langer duurt voor het loof afsterft. Het loof blijft langer groen. Dat wil echter niet zeggen dat er niets gebeurt, voegde Smit daar aan toe. „Telers moeten leren vertrouwen dat het middel zijn werk doet, ook al zie je bovengronds niet wat je gewend bent. Er gebeurt wel degelijk wat onder de grond.”
Aandachtspuntje is volgens Smit dat het gewas met de nieuwe middelen langer groen blijft. „Je moet dus wel een bespuiting tegen phytophthora meenemen.”
Van Soesbergen ziet met name bij de late rassen wel wat knelpunten ontstaan. „Bij de zetmeelrassen, zeker de rassen die je als pootgoed wilt vermeerderen, is dat het geval. Die zijn dan nog niet aan afrijping toe, terwijl het loof al wel dood moet.” Het is dan ook belangrijk dat deze telers zich al vóór de teelt afvragen hoe ze op het juiste moment het loof willen doden. Rassenkeuze speelt hierin een rol. „Past dit ras bij mijn grond, hoe zit het met de schurftgevoeligheid, wat is het teeltdoel.”
Mechanische loofdoding
Van Soesbergen stipte de verschillende mechanische loofdodingstechnieken aan. Loofbranden werkt volgens hem goed, maar is niet altijd in één keer effectief. „Bovendien kun je vraagtekens plaatsen of dit in het kader van het milieu wel zo’n goede oplossing is.” Klappen is een heel oud systeem dat de groei heel snel stil zit. Wel moet de teler aandacht hebben voor het risico op verspreiding van bacterieziek, zeker onder vochtige omstandigheden. Bij het looftrekken trek je de stengel direct los van de knollen, waardoor de stroom van bacteriën en virussen direct stopt. Aan de andere kant komt de rug door het trekken losser te liggen, waardoor het rooien na een zware bui lastiger wordt. Van Soesbergen: „Welke techniek je ook kiest, bedenk altijd wat voor ras je teelt en hoe je daar mee om moet gaan voor een optimaal resultaat.”
U kunt de uitzending over loofdoding terugkijken op Akkerwijzer