Opinie William Brooijmans: De Nederlandse akkerbouw is juist heel goed op weg
Vaak betreft het dan een misopvatting. Een bekend voorbeeld hiervan is roestwater in de sloot dat volgens de klager een grote hoeveelheid bestrijdingsmiddel (gif) is. Reacties hierop van mensen met kennis van zaken worden amper gelezen danwel aangenomen en foutieve berichten worden amper gerectificeerd. De plaatser heeft immers zijn zin: hij/zij heeft de ‘gifspuiter’ in een kwaad daglicht gezet.
Ook de politieke lobby ten aanzien van de verlenging van de toelating van gewasbeschermingsmiddelen schroomt niet om via publieke opinie een verbod proberen te bewerkstelligen. Denk maar aan de lobby rond glyfosaat of de neonicotinoïden. Dat deze verboden ervoor zorgen dat er juist meer gespoten moet worden of de inzet van zwaardere middelen vraagt, wordt gemakshalve vergeten. Ook wordt er tegenwoordig vaak een verlenging afgewezen zonder dat er een goed alternatief (hetzij chemisch/biologisch/mechanisch) beschikbaar is.
De tijd dat we voor alles de spuit pakten, ligt al jaren achter ons.
Laat het voorop staan: De tijd dat we voor alles de spuit pakten, ligt al jaren achter ons. Gewasbescherming is geen goedkope aangelegenheid en inzichten zijn veranderd/verbeterd. We werken immers niet voor niets met BOS-systemen en schadedrempels of zetten steeds vaker systemische middelen in tegen onder meer plaaginsecten. Er lopen niet voor niets diverse projecten door het hele land die zoeken naar andere manieren van bestrijding, zoals de inzet van bloemenstroken en groenbemesters. Of telers die steeds meer experimenteren met de inzet van mechanische onkruidbestrijding als ondersteuning van gewasbeschermingsmiddelen.
Waarom is er nul discussie bij een huisarts als die voor bijna elke kwaal wel een chemisch middeltje tevoorschijn tovert en dat door de patient zonder blikken of blozen wordt ingezet om de kwaal te bestrijden. Tenzij diezelfde huisarts zegt ‘pak maar een homeopatisch middeltje of laat het maar even began, de natuur regelt het zelf wel’. Of het gemiddelde keukenkastje dat staat vol met flessen en potten met de meest verontrustende symbolen erop. Maar weinig mensen willen de biologische variant, want die werkt niet zo goed. Of ze grijpen zelfs naar een biologisch middel dat kwalijker is dan de chemische variant.
Residuen worden amper meer gevonden in het oppervlakte- en grondwater.
Maar doen we het als landbouw nu echt zo slecht?? Volgens mij niet, Nederland wordt wereldwijd als toonaangevend gezien vanwege de manier waarop wij voedsel telen en we voldoen aan de strengste normen voor wat betreft residuen in voedsel (vaak ruim binnen de marge). Residuen worden amper meer gevonden in het oppervlakte- en grondwater. In de wereld worden gewassen geteeld en worden middelen gebruikt die in Nederland soms al deccenia verboden zijn en dat eindproduct wordt hier zonder pardon geïmporteerd en geconsumeerd.
Moderniseren in de landbouw blijkt ook een hot issue. Maar juist die ontwikkeling biedt kansen om landbouw en natuur nog dichter naar te brengen. Moderne schoffelmachines, spotsprayers, plaatsspecifieke behandeling en moderne spuittechniek; het biedt allemaal kansen om middelengebruik te verlagen. Maar het is in mijn ogen een utopie om te denken dat de Nederlandse landbouw helemaal zonder gewasbeschermingsmiddelen kan.
Een andere moderne techniek die voorlopig nog een no-go is: Crispr-Cas. Terwijl deze techniek juist een grote stap zou kunnen betekenen in het terugdringen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Hoe mooi zou het zijn als we het aantal schimmelbestrijdingen in onder meer aardappelen en uien kunnen verminderen tot een kwart van wat we normaal doen, of als we het gewas minder gevoelig kunnen maken voor schadelijke insecten, waardoor we minder insectiden hoeven toe te passen?
Tekst: William Brooijmans
Beeld: Fenneke Wiepkema