‘Meer risico op Phoma bij alleen volvelds doodspuiten van aardappelen’
Een snelle loofdoding is belangrijk. Niet alleen om de juiste maatsortering te krijgen en om de virusoverdracht door bladluizen te stoppen, maar ook om de kans van de knollen door bacterieziekte (Erwinia) en Phoma te beperken. Deze laatste schimmel is voor de meeste telers uit beeld geraakt omdat hij al jarenlang geen problemen meer geeft in de aardappelteelt. Maar daarmee is hij niet weg, waarschuwde akkerbouwadviseur Paul Hooijman van Delphy tijdens de Pootaardappelvelddag in Swifterbant. „Het kan zo maar een keer weer misgaan.”
Hoge temperaturen en veel regen
Zeker in een zomer als dit jaar, met hoge temperaturen en veel regen, is de kans op de ontwikkeling van Phoma aanwezig. Loof dat niet direct wordt vernietigd (dus geklapt of getrokken) blijft tussen de ruggen liggen. In afstervend loof kan Phoma zich onder de huidige omstandigheden heel goed ontwikkelen, aldus Hooijman. „De schimmel zakt vervolgens de rug in naar de aardappelen.”
Hij adviseert telers om de weersverwachtingen nauwlettend te volgen als het moment van loofdoding nadert. Na de eerste volvelds bespuiting met Quickdown of Spotlight kan de teler op basis van de weersomstandigheden kiezen voor klappen/trekken of een tweede bespuiting. Het klappen moet bij voorkeur plaatsvinden onder droge omstandigheden. Dat kan betekenen dat je eerder dan met het oog op de kilo’s gewenst het veld in moet. Ook bij de rassenkeuze moet Phoma worden meegenomen. „Als je een gevoelig ras teelt, moet je je realiseren dat je iets met het loof moet doen, hetzij klappen, hetzij trekken.”
Twee kanten
Hooijman beseft dat er twee kanten zitten aan zijn advies. „Klappen of trekken geeft meer risico op bacterie, maar je verkleint je kans op Phoma.”