‘Bio-sector schiet zichzelf in de voet met te groot areaal aardappelen’
Phytophthora slaat door het warme en vochtige weer om zich heen. Volgens Bionext is de schade bij biologische boeren soms zo groot dat ze in de vatbare rassen een 50 procent kleinere oogst van het land halen. „We horen ook uitschieters van 75 procent.” In de afgelopen drie jaren waren er vrijwel geen problemen met de schimmelziekte dankzij de droge en hete zomers.
De robuuste rassen laten dit jaar volgens Heining hun waarde zien en worden over het algemeen (uitzondering daargelaten) nog niet gebrand. „Het wordt natuurlijk spannend hoe het de komende tijd gaat lopen, resistenties zijn nooit absoluut. Daarom hameren we er ook op dat telers ook heel goed blijven checken in de resistente rassen. Als je er op tijd bij bent, kun je een doorbraak van de resistente genen voor zijn.”
Vatbare rassen gebrand
Het areaal aardappelen bij biologische telers bestaat dit jaar voor 60 tot 80 procent uit robuuste rassen. Deze rassen zijn minder tot niet gevoelig voor phytophthora en hoeven nog niet worden gebrand. Vorig jaar schatte Bionext dat het aandeel nog 80 procent was. De realatieve daling is volgens de organisatie met name een gevolg van een toegenomen afzet naar het buitenland na een gestaag doorgroeiend areaal aardappelen.
De Nederlandse supermarkten hebben zich middels een aardappelconvenant uit 2016 met succes ingezet om robuuste rassen in het schap te krijgen: Vorig jaar bestond tot 90 procent van het aanbod van Nederlandse tafelaardappelen in de supermarkt uit robuuste rassen. De binnenlandse biologische vraag is echter niet groot genoeg om alles in Nederland af te zetten.
Robuuste rassen afzetten in het buitenland blijkt ingewikkelder: de buitenlandse supermarkt vraagt hier nog niet naar. Dat is de belangrijkste reden dat er nog een substantieel percentage vatbare biologische rassen in Nederland wordt geteeld, geeft Bionext aan. Dus omdat het areaal (robuuste) aardappelen substantieel groter is dan de Nederlandse vraag wordt er geëxporteerd, maar omdat de buitenlandse supermarkt geen robuuste rassen wil hebben, schakelen bio-telers weer over op vatbare rassen, waardoor ze nu grote problemen hebben met phytophthora? „Ja, dat is wel de conclusie.” En dat is best pijnlijk, vindt Heining. „Zijn we te optimistisch geweest?”
'Vraag moet groeien'
Bionext hoopt op een groeiende Nederlandse vraag naar biologische aardappelen. Momenteel is 3 procent van de in de supermarkt verkochte aardappelen biologisch geteeld. In Nederland werd volgens het CBS in 2020 op 2.054 hectare biologische aardappelen geteeld, in het jaar daarvoor was dat 1.795 hectare. Het areaal van 2.054 hectare is in principe goed voor ruim 70.000 ton aardappelen, waarvan 90 procent robuuste rassen. Met een dergelijke oogst kan 14 procent van de Nederlandse markt worden voorzien, berekent Bionext. Die 3 procent moet omhoog, vindt de ketenorganisatie. Maar een groei richting 14 procent, de omvang van het huidige aanbod, is niet realistisch, weet ook Heining. „Als we in de komende jaren een verdubbeling van de 3 procent kunnen bereiken, lijkt me dat realistischer.”