Serie Onderzoek: Onderzoek naar groene middelen tegen luis in aardappelen
Het voorkomen van virusoverdracht door luizen is een grote uitdaging in de aardappelteelt. Voor telers vormen neonicotinoïden, pyrethroïden en minerale oliën een bekende combinatie, maar die staat onder druk. Een aantal neonics is verboden en het aantal toepassingen van pyrethroïden wordt bekritiseerd. Om grote schade te voorkomen, zijn alternatieve producten en strategieën nodig. Henk de Vries, onderzoeker bij Vertify, vertelt over het onderzoek naar groene middelen als alternatief voor neonics in aardappelen. Het onderzoek zit nu in het tweede jaar.
12 alternatieven getest
Bij agrarisch onderzoekscentrum Vertify in Zwaagdijk zijn vorig jaar 12 alternatieve middelen tegen virus getest. Het onderzoek van dit jaar borduurt hierop verder, zegt De Vries. „Het nadeel van virus is dat het niet eerder tevoorschijn komt dan dat de aardappelen zijn gerooid en de monsters naar de NAK zijn gestuurd. Pas dan kun je zien of een middel iets doet of niet. Er zijn middelen getest die helemaal niets hebben gedaan en middelen die wel iets deden, maar niet voldoende. Ook hebben we een aantal nieuwe low risk impact middelen beproefd.
Focus op toelating middelen
Volgens De Vries zijn vorig jaar een aantal middelen getest die kansrijk leken. In 2021 is er bewust voor gekozen om met alleen die middelen verder te gaan, waarvan de fabrikant bereid is een toelating aan te vragen, zegt hij. „Dat is een belangrijke verandering ten opzichte van vorig jaar. We moesten ergens beginnen, een schifting maken en daarop doorborduren. We testen onder andere middelen met natuurlijke oliën en geurstoffen, die ervoor zorgen dat insecten niet in het gewas vliegen. Ook kijken we of we een insecticide die een kans in de markt heeft, kunnen compenseren met een groen middel, zodat het aantal toepassingen van die insecticide kan worden verminderd.”
Veel belangstelling voor proeven
De onderzoeker ziet dat er vanuit de akkerbouw veel belangstelling voor de proeven zijn. „Producten staan ter discussie. Veel neonicotinoïden zijn al verdwenen en ook perythroïden en minerale oliën staan onder druk. Het middelenpakket is daardoor beperkt.”