Proefrooiingen: aardappelen 7 à 8 ton achter op meerjarig gemiddelde

Inagro en het Belgisch Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA) volgen op in totaal 16 percelen de groei en ontwikkeling van twee (half)vroege rassen, namelijk Amora en Anosta. De percelen zijn hoofdzakelijk gelegen in het centrum van West-Vlaanderen. In de deze week gepresenteerde tussenconclusie constateren beide organisaties dat, ondanks een ingezette inhaalbeweging, de aardappelgroei achtblijft.
Amora
De acht percelen Amora haalden op 14 juli, na gemiddeld 102 groeidagen, een totale opbrengst (alle sorteringen, incl. uitval) tussen 25 en 42 ton/ha. Dit komt neer op gemiddeld 31 ton/ha. De aangroei per dag lag op een hoog niveau met een gemiddelde van bijna 850 kg/ha/dag. De afrijping is nauwelijks toegenomen en bedraagt amper 7 procent. Het meerjarige gemiddelde van Amora na 102 groeidagen ligt op 38 ton/ha. Per saldo betekent het dat dit ras in de afgelopen twee weken ruim onder het langjarig gemiddelde blijft. Op basis van de datum zit dit ras momenteel 9 ton/ha achter op schema.
Ook qua grofte loopt deze aardappel dit jaar achter, want het meerjarig gemiddelde ligt rond 28 ton/ha of 78 procent. Het onderwatergewicht van de aardappelen van de gevolgde percelen is sinds de vorige proefrooiing gestegen van 319 tot 347 gram/5kg. De smaak na koken is gemiddeld net goed te noemen en scoort dus iets beter dan de vorige keer. Uitval in de vorm van groene, rotte of gekloven knollen werd niet aangetroffen.
Anosta
De acht percelen waarop Anosta wordt geteeld haalden op 14 juli, na gemiddeld 102 groeidagen, een totale bruto-opbrengst van tussen de 26 en 37 ton/ha. Dit komt neer op gemiddeld 31 ton/ha. Het meerjarige gemiddelde na 102 groeidagen ligt op 38 ton/ha. Dit betekent dat ook dit ras door de koude en droge start ruim onder het langjarig gemiddelde blijft. Op datum ligt dit ras 7 ton/ha achter op schema. Ook qua grofte lopen we dit jaar ruim achter, want het meerjarig gemiddelde ligt rond 27 ton/ha of 71 procent. De smaak is nog niet goed. Wel haalden alle partijen een goede tot zeer goede friteskleur.
Late rassen
Ook de late rassen, zoals Fontane, liggen achter op schema. Telers zijn bedroefd als ze het knolaantal zien, maar ook in de grofte die de knollen nog maar hadden. Het gewas heeft, in tegenstelling tot voorgaande droge jaren, in de beginfase zeer veel energie gestoken in de productie van loof. De mineralisatie was dit jaar bijzonder groot. De opneembaarheid was goed (beschikbaarheid vocht), dus werd er veel geïnvesteerd in de vegetatieve groei van de plant. De start van de generatieve groei (knolzetting) werd daardoor uitgesteld. Deze late knolzetting heeft ertoe geleid dat de knollen van Fontane vorige week vooral in de maat 25-40 millimeter zaten. Sinds deze week lijkt echter een groeispurt ingezet.
Groeischeuren
In de de Fontane werden ook al groeischeuren gemeld. Dit doet denken aan het seizoen 2016, met veel regen in juni gevolgd door een droogte. Ook toen had Fontane veel groeischeuren. De (vroege) scheuren nu, zullen wellicht nog uitgroeien en uitvlakken.