Resultaten eerste proefrooiingen Aviko minst in 6 jaar
In week 30 (vorige week) leverden de eerste proefrooiingen van dit seizoen een hectare opbrengst van gemiddeld 30 ton op. Het onderwatergewicht reikte niet verder dan 335 en het percentage knollen in de categorie 50+ bedroeg 60 procent.
Onderwatergewicht en bakkwaliteit
Met name het onderwatergewicht is fors lager dan in de jaren 2016-2020. Er zijn dan ook enige zorgen over de bakkwaliteit. Maar het verloop van dit kwaliteitskenmerk sinds 2016 gaandeweg het groeiseizoen laat ook zien dat het onderwatergewicht nog aanzienlijk kan toenemen in de komende weken.
Ook de opbrengst is lager dan in welk van de voorafgaande jaren sinds 2016 dan ook. In 2017 leverden de eerste proefrooingen meer dan 40 ton per hectare op, het andere uiterste. In dat jaar kwam de opbrengst uiteindelijk uit 70 ton per hectare, gemeten in de weken 37 tot en met 40. Afgaand op het normale verloop van de opbrengstontwikkeling gaandeweg het seizoen komt de maximale opbrengst dit jaar niet veel verder dan 50 ton.
Start bepaalt maximale opbrengst
Sinds 2016 blijken de eerste proefrooiingen namelijk een zeer goede indicatie te zijn van de maximale opbrengst. In geen enkel jaar leverde een ondergemiddelde start een bovengemiddelde opbrengst later in het seizoen op. En een bovengemiddeld resultaat tijdens de eerste proefrooiing resulteerde sinds 2016 nooit in een ondergemiddelde maximale opbrengst.
De ver ondergemiddelde eerste cijfers over de oogst van fritesaardappels zijn te wijten aan de late start van de groei door het koude voorjaar in combinatie met snelle groei in juni. Daardoor ontwikkelde het gewas doorgaans veel loof en weinig knollen per plant. Vanwege de snelle groei in juni is het gewas kwetsbaarder dan normaal.