Voordelen benutten bij juiste keuze vanggewas mais
Het belangrijkste doel van het vanggewas is stikstof te vangen en te behoeden voor uitspoeling. Hoe beter het vanggewas slaagt hoe groter de bijdrage in deze opgave. Maar andere doelen komen ook in beeld: aanvoer extra organische stof, betere doorworteling van de bodem, levering mineralen aan de volgteelt, onkruidonderdrukking in de herfst-winter en voorkomen wind en water erosie.
Nazaaien een veilige keuze
Als je er zeker van wilt zijn dat een vanggewas slaagt en overal op het perceel een vanggewas staat is nazaai de veiligste keuze. Zeker bij een tijdige zaai (tweede helft september) vindt er nog voldoende groei plaats. Belangrijk is dan wel om voldoende aandacht te besteden aan de zaai: vlak zaaibed, voldoende zaaizaad (landbouwkundig advies) en een goede zaaitechniek.
Op een perceel waar onkruidbestrijding in de maisteelt alle aandacht vraagt vanwege aanwezigheid probleem onkruiden is inzaai van vanggewas na de oogst de beste keus. Als bodemverdichting hersteld moet worden is het kunnen bewerken na de oogst belangrijk. Dan is nazaai ook een betere optie.
Bij nazaai kan uit diverse vanggewassen gekozen worden. Dit in tegenstelling tot onderzaai of gelijkzaai waar met name grassen de meeste potentie bieden. Bij de keuze van het na te zaaien vanggewas is het wel belangrijk een goede afweging te maken of deze past op het betreffende perceel.
Aaltjes tegengaan
Rogge groeit meestal snel, ook bij iets latere zaai, neemt veel stikstof op en kan daardoor nitraatverlies beperken. Echter bij aanwezigheid van diverse soorten aaltjes (www.aaltjesschema.nl) is het een slechte keuze. Zeker bij een gevoelige volgteelt in met name akkerbouw en vollegrondsgroenterotaties.
Nazaai en ook onderzaai van Italiaans raaigras is bij aanwezigheid van diverse aaltjes ook geen goede keus. Engels raai is dan een betere keuze. Bij de aanwezigheid van bijvoorbeeld Pratylenchus penetrans kan beter gekozen worden voor Japanse Haver als nateelt. Dit vanggewas past bovendien ook beter in een systeem waar gekozen wordt voor Niet Kerende Grondbewerking omdat Japanse Haver in de winter al wat makkelijker afsterft in vergelijking met rogge of gras.
Komt Meloidogyne Chitwoodi voor dan is het beter om resistente bladrammenas te kiezen. Voor een geslaagde teelt is het zaaitijdstip, liefst voor 20 september, dan wel belangrijk. Er kan ook gekozen worden voor wintergerst, voor wat betreft aaltjes een veilige keus maar voor het realiseren van andere doelen, zoals organische stof aanvoer, een mindere.
Tekst: WUR open teelten, Brigitte Kroonen, John Verhoeven, Ad van Haperen
Beeld: WUR open teelten