Veel schade door aphanomyces in bietenteelt op noordelijke zand- en dalgronden
De problemen doen zich vooral voor in meerdere rassen, zegt Arno Huijsmans, directeur Agrarische Zaken bij Cosun Beet Company. „De gevoeligheid voor aphanomyces was van deze rassen niet bekend. We hebben het in de afgelopen jaren niet eerder gezien, zowel in de praktijk als op de proefvelden.“
Lage pH
Aphanomyces komt het meeste voor op zand-, dal en lichte zavelgronden. Door de kenmerkende symptomen, het insnoeren van de wortels, worden deze planten ‘afdraaiers’ genoemd. De schimmel gedijt goed op vochtige grond, en bij een pH lager dan 6. In een nat voorjaar zoals dit jaar zijn, zeker in de gebieden waar zware buien zijn gevallen, de problemen het grootst. Het gaat met name om de regio Westerwolde (GR) en Marwijksoord (DR) en omgeving die mei/juni werden getroffen door stortbuien. „In andere gebieden in Nederland waar betreffende rassen zijn gezaaid zien we geen problemen.“
De verschillen in de mate van aantasting in zowel de planten als in de percelen zijn groot, zegt Huijsmans. De mate van aantasting in de percelen verschilt van licht tot heel zwaar. Het is voor lastig om een goede indicatie te geven van de omvang van de schade. Er zijn diverse percelen waar tot 95 procent aantasting in zit.
Inventarisatie
Huijsmans schat in dat het om enkele tientallen telers gaat. Een aantal heeft zich zelf gemeld bij Cosun Beet Company. Komende periode vindt verdere inventarisatie plaats om gezamenlijk te beoordelen hoe de betreffende percelen het beste geoogst en geleverd kunnen worden. Door aphanomyces aangetaste bieten zijn lastiger om te rooien. De campagne-indelingen zijn al naar de telers gestuurd. Algemeen advies is om zieke bieten niet lang te bewaren. In overleg met de Agrarische Dienst van Cosun Beet Company kan het levermoment eventueel worden aangepast.