Column: André Hoogendijk: Naar een positief stikstofbeleid
Eerst terug naar de basis. Stikstof is een belangrijke bouwsteen voor eiwitten. Als mensen hebben we eiwitten nodig om onder meer afweerstoffen aan te maken en spieren op te bouwen. We kunnen niet zonder eiwitten. Dat betekent ook dat de landbouw stikstof op de een of andere manier moet gebruiken om voedsel te maken. Als mensen kunnen we eiwitten en dus stikstof via twee routes tot ons nemen. Of we eten planten, of we eten dierlijke producten nadat dieren eerst planten hebben gegeten. Dieren krijgen stikstof binnen uit hun voer en zetten die deels om in eiwitten. Wat ze niet omzetten in eiwitten komt er aan de achterkant weer uit. Ter herinnering: mensen zijn ook dieren. Dit proces geldt ook voor ons.
Planten gaan veel efficiënter met stikstof om dan dieren. Ze zetten meer van de beschikbare stikstof om in eiwitten en verliezen minder stikstof naar de omgeving. Ook veroorzaken planten geen uitstoot van het vluchtige ammoniak dat neerslaat op natuurgebieden. Als we de uitstoot van stikstof willen verminderen in Nederland kunnen we sturen op het verminderen van de uitstoot van dieren, of op het vergroten van de plantaardige consumptie en productie. Nu gaat de energie volledig naar dieren en niet naar planten. Waar bij het klimaatbeleid miljarden worden besteed aan windmolens en zonnepanelen, gaat bij het landbouwbeleid al het geld naar stoppersregelingen en nieuwe stalsystemen.
„Ook kringlooplandbouw is gewoon sectoraal beleid met een hip maar smakeloos sausje erover.”
Bij politici die zich inzetten voor een krimp – of zelfs halvering – van de veestapel zou je daarnaast een sterke inzet verwachten op duurzame plantaardige voeding. Je wilt immers ook niet de kolencentrales sluiten en vervolgens het licht uit moeten doen. Net als dat we energie nodig hebben, hebben we als mensen minstens drie keer per dag voedsel nodig. Daar hoort dan expliciet voedselbeleid bij, waarvoor bijvoorbeeld de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid al in 2014 heeft gepleit. Verschillende landen om ons heen hebben de stap naar voedselbeleid inmiddels al gezet, maar Nederland houdt angstvallig vast aan sectoraal landbouwbeleid. Ook kringlooplandbouw is gewoon sectoraal beleid met een hip maar smakeloos sausje erover.
De landbouw staat ten dienste van de maatschappij en moet zo ook beleidsmatig worden benaderd. Indien we met elkaar meer plantaardige voeding willen stimuleren, dan moet de overheid daar beleid op maken. Van schooltuinen tot verse maaltijden in verpleeghuizen en van voorlichting tot actieve stimulering. De laatste keer dat er in Den Haag over groenten is gesproken was ook in 2014, toen staatssecretaris Klijnsma aan pensionado’s adviseerde om een moestuin te nemen als aanvulling op hun AOW. Meer recent kreeg tuinbouwondernemer Rob Baan een boete van de Belastingdienst, omdat hij zijn medewerkers voorziet van een gratis plantaardige lunch. Dat is het niveau waarop we anno 2021 zitten.
Op het gebied van innovatie wil het ook niet echt vlotten. Er wordt door de overheid maar mondjesmaat geïnvesteerd in kweekvlees, insectenteelt of vleesvervangers. Na het succes van de Vegetarische Slager zet akkerbouwer Jaap Korteweg nu in op het produceren van melk direct uit gras. Deze ontwikkeling vindt echter niet plaats in Wageningen maar in Gent. Als klap op de vuurpijl heeft het Nationaal Groeifonds dit voorjaar een groot investeringsplan voor de eiwittransitie afgewezen, terwijl er wel 1,5 miljard euro wordt uitgetrokken om de Noord/Zuidlijn door te trekken naar Schiphol. Gelukkig telt stikstof van vliegtuigen niet mee volgens het in Nederland gebruikte rekenmodel. Dat scheelt dan weer.
„Met alle maatschappelijke opgaven hebben we in Nederland eerder een tekort aan landbouwgrond dan een overschot.”
Naast de stikstofproblematiek hebben we ook een klimaatcrisis. Er liggen genoeg mogelijkheden om oplossingen te combineren. Zo zou je het bouwen met zogeheten biobased materialen kunnen stimuleren. Dus met hout, vlas en hennep in plaats van met steen en beton. Als we toch met elkaar veel huizen gaan bouwen, dan liever met groene grondstoffen die stikstof en CO2 binden. Met alle maatschappelijke opgaven hebben we in Nederland eerder een tekort aan landbouwgrond dan een overschot. Ook hebben we boeren nodig. Het is daarom onzinnig beleid om boeren uit te gaan kopen. Met de juiste ondersteuning en een fatsoenlijke tractor kunnen ze zich meer gaan richten op de teelt van planten voor voedsel en klimaat. Met de sector en een verstandige overheid kunnen we samen op weg naar een positief stikstofbeleid.