Serie Onderzoek: ‘Fosfaatgebruiksnormen geen belemmering voor aardappelteelt’
Voor een goede aardappeloogst is voldoende fosfaat in de bodem van belang. Maar is dat ook het geval met het huidige mestbeleid? Ja, zegt onderzoeker Janjo de Haan van WUR. „Wij zijn tot de conclusie gekomen dat de fosfaatgebruiksnormen geen belemmering hoeven te zijn om aardappelen van fosfaat te voorzien. Dat geldt ook voor de aanvoer van organische stof, om het organische stofgehalte in de bodem te handhaven.”
NMI, WUR en Delphy voerden in opdracht van BO Akkerbouw een deskstudie uit naar de fosfaatvoorziening in aardappelen in het huidige mestbeleid. De conclusie luidt dat, mits er slim wordt omgegaan met groenbemesters en de keuze van organische bemesting, de teelt van aardappelen niet belemmerd hoeft te worden door de fosfaatgebruiksnormen. Aanleiding voor de deskstudie was bezorgdheid onder akkerbouwers over de fosfaat- en organische stofvoorziening in de aardappelteelt.
Goede fosfaatbenutting
In het mestbeleid worden voor de fosfaattoestand van de bodem de klassen Hoog, Ruim, Neutraal, Laag en Arm onderscheiden. In alle klassen is de fosfaatgebruiksnorm hoog genoeg om aardappelen van voldoende fosfaat te voorzien. Wel zal bij de klassen Ruim en Hoog de fosfaattoestand langzaam dalen en zich op den duur stabiliseren in de klasse Neutraal. Die toestand is, in combinatie met de huidige gebruiksnorm van 70 kg fosfaat per ha in deze klasse, voldoende hoog voor de aardappelteelt op akkerbouwbedrijven, aldus de studie.
Volgens De Haan is het wél belangrijk om ervoor te zorgen dat de fosfaatbenutting van de bodem goed blijft. Een goede pH van de bodem, voldoende beworteling en voldoende vocht zijn essentieel, zegt hij. „Boeren kunnen er eventueel binnen hun bedrijf voor kiezen om de fosfaatverdeling per perceel zo te organiseren, dat zij percelen met een lage P-toestand meer geven dan percelen met een hogere P-toestand. Daarnaast is met rijenbemesting de gift van fosfaat effectiever, omdat het fosfaat dan beter bij de wortels ligt. De benutting is beter. Dit zijn maatregelen die wij belangrijker vinden voor de fosfaatvoorziening dan meer te gaan bemesten.”
Organische stof
De fosfaatgebruiksnormen beperken de aanvoer van organische mest en daarmee van organische stof. Volgens de deskstudie is het echter nog steeds mogelijk om voldoende organische stof aan te voeren om het organische stofgehalte in de bodem te handhaven, ook op gronden met een hoge fosfaattoestand, aldus De Haan. Hiervoor is het wel nodig dat mest met relatief weinig organische stof, zoals varkensmest, wordt vervangen door bijvoorbeeld stalmest of compost. Daarnaast dragen groenbemesters en granen in de rotatie bij aan een positieve organische stofbalans.