Gespreide mestgift en precisielandbouw vertalen naar efficiënt en milieuvriendelijk
Bij de bijeenkomst bekeken de bezoekers de proef met maïs op het bedrijf van Maarten en Corine Burgmans in Dronten. De veehouders en akkerbouwers zoeken een maximale opbrengst van eigen maïs. Maarten Burgmans denkt dat delen van de mestgift een mogelijkheid is. „Verder kijken we naar verdunde mest. De reden dat we dat doen, is dat we zien dat er dan minder verbranding in de zomer optreedt. Met de helft mest en de helft water ziet het er mooier uit.”
Herman Krebbers van Delphy besprak met de ‘zaal’ in de schuurbijeenkomst de werkwijze van de telers en de zaken die boven komen als interessante leerpunten. Krebbers doet veel met precisielandbouw. Daarbij gebruikt hij beelden van drones en satellieten om de groei te volgen van de maïs en daarmee de beste momenten en hoeveelheden te kiezen voor de gedeelde mestgiften. „Vaak praten we over de hoge verwachtingen van precisielandbouw, maar de vertaling van de beelden naar de praktijk valt nog niet mee”, relativeert Krebbers te groot optimisme bij deze aanpak.
Succes
Krebbers kan ook mooie dingen laten zien die de techniek brengt. In ieder geval geven de luchtfoto’s de telers inzicht in de groei van het gewas. Die kan immers per seizoen heel verschillend verlopen. De Delphy-man zegt daarbij dat het achterhalen van de oorzaken achter groeiverschillen wel geduid moeten worden. Zo kan een achterblijvende opname van stikstof of andere elementen ook uit droogte komen.
Een voordeel van gedeelde mestgiften is volgens Krebbers dat de afstemming op de productie aan kan sluiten. Hij geeft als voorbeeld een seizoen waarin de maïs door het weer minder produceert. „Je zou aan het begin van het seizoen mest voor 20 ton droge stof kunnen geven, maar als aan het eind van het seizoen maar 15 ton gegroeid is, had je met minder toegekund.”
In de opzet met de gedeelde mestgift streeft de teler naar een gelijkmatige groei over het perceel. De gratis satellietbeelden laten groeiverschillen zien. Dat een deel van de biomassa in beeld bestaat uit melkdistel, is verstandig om even te checken in het veld, zegt Krebbers met een knipoog, want checken in het veld en kijken naar de verschillen in de bodemprofielen door een groep studenten, helpt de telers verder bij de analyse van de maïsgroei.
Meer zichtbaar
Uit de spectraalcamerabeelden die Krebbers met een drone maakte, blijkt dat de zaaimachine niet goed werkte. „Elke zesde rij stond slechter. Die zesrijige zaaimachine presteerde dus niet goed.” Analyses van de aangevoerde drijfmest lieten ook grote verschillen zien. Als de mest een kwart minder stikstof bevat bij bepaalde vrachten, heeft dat gevolgen voor het deel van het veld dat die mest krijgt.
Bijmesten in de snelgroeiende maïs kan nauw komen qua timing. Het werk met de spaakwielbemester moest binnen een week mogelijk zijn, anders groeide de maïs te hoog. Kniehoogte is nog te doen. Voor dit systeem is dus voldoende beschikbaarheid van de machines nodig. Er zijn er maar vier en die moeten ook hun werk in de bieten en andere gewassen doen.
Veldbezoek
Bij het maïsperceel van Burgmans geeft Krebbers nog wat meer uitleg. Enig verschil in groei en kolfvorming is zichtbaar in het gewas, maar de verschillende behandelingen trekken ook wel wat naar elkaar toe in de loop van het seizoen. Met de Fieldscout-app (7 euro per hectare per jaar) krijgt de teler nog wat extra tussenstandjes van de groei. Bij de oogst gaat het team van Delphy de geoogste wagens monsteren en wegen. Daar komen dan mogelijk wat meer dan de op het oog zichtbare verschillen uit.
Met de Yara N-tester onderzoekt het team ook de groei van het gewas op basis van bladmonsters. De Eurofins Bijmestmonitor is nog een methode om tijdens het seizoen te sturen op de bemesting. Krebbers: „Op het oog zijn verschillen moeilijk te zien. In de praktijk kan het dat de opbrengsten variëren van 14 tot 17 ton per hectare omgerekend. We gaan het eind september of begin oktober oogsten. Op de bijeenkomst in december brengen we de cijfers en metingen. Dan is het leuk voor de mensen die hier vandaag meekeken, dat ze weten hoe de maïs er eind augustus bij staat.”
Goede groei en groen blad draagt volgens Krebbers in de praktijk bij aan een mooie kolfvulling. Meer biomassa in de plant geeft een rijkere zetmeelopbrengst en een snellere kolfvulling. In de Achterhoek vonden onderzoekers bij gedeelde bemesting 10 tot 15 procent meer zetmeel. Wat dit jaar brengt zal overigens anders kunnen zijn. De zomer is veel natter dan de voorgaande droge seizoenen. In de basis gaat het erom of de precisie meer rekening kan houden met de weerontwikkeling in het jaar.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes