Uiendag Colijnsplaat:
Fotoserie: Ui wordt nóg meer een teelt voor de specialist

De middelenkast voor de uienteelt wordt leger en leger. Met het verbod op mancozeb per teeltjaar 2022 wordt schimmelbestrijding (valse meeldauw) een grote uitdaging, zei Rien Bos van Corteva. Er blijven feitelijk nog maar drie middelen over, dus waakzaamheid voor resistentievorming is geboden. Doordat twee van deze middelen dezelfde werkzame stof als basis hebben, is dat gevaar nog groter, waarschuwde Bos.
Hij riep de telers dringend op scherp te letten op de regelgeving rond de toelating, juist om resistentie te voorkomen. „Die regels zijn ook gemaakt om er voor te zorgen dat we over tien jaar nog deze middelen kunnen toepassen. Er komt in de komende vijf jaar niets bij tegen valse meeldauw, met deze drie middelen moeten we het voorlopig doen.”
Het opstellen van een goed spuitschema vraagt dan ook het nodige puzzelwerk, liet zijn collega van Bayer weten. „En het is een heel moeilijke puzzel.” Daarbij is het volgens hem van belang verder te kijken dan alleen de middelen. „Ken je middelen, maar kijk ook naar de omstandigheden. Die zijn net zo belangrijk voor een juiste toepassing.”
„Denk niet aan de droogkosten. Als je koprot in je partij hebt, krijg je nul euro voor je uien.”
Ook koprot is na enkele jaren van afwezigheid weer terug, dankzij de vochtige weersomstandigheden. Regenbuien in juni zijn hiervoor een belangrijke factor geweest. Omdat koprot zich pas in de bewaring laat zien, is het volgens Jeroen Willemse van Delphy zaak om vanaf het begin alert te zijn op deze schimmel. „Zeker met de huidige prijsvorming zal iedere koper een partij met koprot links laten liggen.” Een goed droogbeleid is de beste strategie: voordrogen op 20 graden en daarna zo snel mogelijk naar 30 graden, om de ideale temperatuur voor koprotontwikkeling (25 graden) zo veel mogelijk te mijden. Het gasverbruik moet je vergeten, zei hij nadrukkelijk tegen een teler die hier naar vroeg. „Denk niet aan de kosten. Als je koprot in je partij hebt, krijg je immers nul euro voor je uien.”
Trips was dit jaar een minder groot probleem dan in de voorgaande jaren, maar desondanks blijft het volgens Gerrit van Vugt van FMC een zaak van alert blijven. Het plaatsen van vangbladen (foto) kan hierbij een probaat hulpmiddel zijn, maar telers moeten ook zelf door het gewas blijven lopen. „Bij trips is het heel belangrijk om die eerste cyclus te pakken.” Maak naast de inzet van chemische middelen ook gebruik van de natuurlijke vijanden om trips aan te pakken, was het advies van Van Vugt.
Lees verder onder de foto
Ook de onkruidbestrijding in uien wordt een steeds grotere uitdaging. Door het wegvallen van belangrijke herbiciden als CIPC en Emblem Flo (2022) wordt de sector meer en meer gedwongen onkruiden mechanisch aan te pakken. UIKC heeft daarom op proefboerderij Rusthoeve veldproeven aangelegd waarin de kracht van mechanische en chemische onkruidbestrijding en een combinatie daarvan in uien wordt beproefd. Zo zijn in het combiveld de contactherbiciden vervangen door een mechanische aanpak van onkruiden, wat concreet betekent: branden, eggen en schoffelen.
De belangrijkste conclusie van dit groeiseizoen is dat een combinatie van mechanisch en chemisch het beste resultaat had: mechanisch waar het kan, chemisch waar het moet. Met het oog op de steeds legere middelenkast zal dit de aanpak van de toekomst worden, meende Reinier Stoutjesdijk van Delphy.
Puur mechanisch is dit jaar als gevolg van de ongunstige weersomstandigheden niet gelukt, vertelde hij. „We konden niet altijd het land in op de momenten dat het nodig was.” De bodemherbiciden hebben goed gewerkt. „We kregen zo een acceptabele onkruiddruk die goed mechanisch aan te pakken was.” Mechanische onkruidbestrijding vraagt wel aanzienlijk meer arbeid, erkende Stoutjesdijk. „Het gaat niet alleen het schoffelen of eggen zelf, maar ook om het bepalen van het juiste moment.”
Lees verder onder de foto
De proef met fertigatie van Van Iperen liet zien dat deze techniek een constantere groei geeft gedurende het seizoen. Hoeveel meststoffen precies nodig zijn per plant is lastig te berekenen. „Het blijft natuur, het is lastig om in te schatten hoeveel een plant daadwerkelijk opneemt tijdens het groeiseizoen. Dit jaar hebben we feitelijk gezien te veel bemest”, vertelde een vertegenwoordiger van Van Iperen. De kosten van fertigatie zijn relatief hoog, maar deze moet je uitsmeren over meerdere jaren. De jaarresultaten bepalen of de techniek uit kan. „Vorig jaar hadden we de kosten in één keer terugverdiend, dit jaar denk ik niet dat het uit kan.”
Om de uien weerbaarder te maken tegen de grillige weersomstandigheden experimenteert Uireka met ruggen- en beddenteelt. Verbetering van het zaaibed leidt in principe tot een betere plantopkomst en gewasstand en daarmee later in het seizoen ook tot een betere plantweerbaarheid. Een beter zaaibed vergroot de weerbaarheid van uien, zodat ze minder last hebben van bijvoorbeeld ziekten (waaronder fusarium), plagen en slechte bodem- en vochtomstandigheden. In de proef liggen zes objecten: ruggenteelt, beddenteelt en verhoogde bedden, in combinatie met geprimed en niet-geprimed zaad. Wat de effecten van deze nieuwe teeltwijzen zijn, moet aan het eind van het seizoen blijken, gaf Dominique Cammaert van Delphy aan.
Beregenen noodzakelijk
Het verhoogde bed ligt op 12 centimeter hoogte en heeft, net als het veldje waarin op traditionele wijze is gezaaid, een bedbreedte van 1,50 meter. Voor de proef met de uien po ruggen zijn met een ruggenfrees voor witlof (rijafstand 50 centimeter) rijen aangelegd waar boven in de rug de uien zijn gezaaid. Eén ding werd ondanks de vele buien al snel duidelijk: wie uien wil telen op verhoogde bedden of ruggen, moet de beschikking hebben over beregeningsmogelijkheden.
In het vakblad Akkerwijzer van augustus staan twee achtergrondartikelen over de proef met de ruggen- en beddenteelt en de proef met mechanische en chemische onkruidbestrijding. Vraag hier een gratis proefnummer aan.