Kritisch kijken naar stikstof achterlaten en naar efficiëntie gewas
Adviseur Niek Vedelaar van Delphy presenteerde de afgelopen weken resultaten uit de eerste seizoenen van de proeven rond stikstof bij verschillende boerenbijeenkomsten. In het veld bij Swifterbant liet hij de proeven zien aan deelnemers van een avondexcursie. „Om tot 120 kilo beschikbare stikstof te komen gebruikten we in de behandeling met kunstmest 90 kilo stikstof. De ervaring van boeren is dat je met kunstmest in pootgoed het beste bij kunt sturen tijdens de knolzetting. Daarnaast legden we twee behandelingen met runderdrijfmest.”
In de ene behandeling met de drijfmest zetten de onderzoekers volvelds runderdrijfmest in, die gedurende het groeiseizoen 80 tot 90 kilo stikstof beschikbaar maakte. In de andere behandeling werd de dosering alleen in de rij gegeven, een halvering van de hoeveelheid. In het droge jaar 2020 vielen de opbrengsten in het pootgoed tegen. De ‘ halve’ dosering die gegeven was op de plek waar de ruggen van de aardappelen kwamen, lag in opbrengst praktisch op het niveau van kunstmest. De volvelds dosering kwam in opbrengst hoger uit. Aan het eind van het seizoen liet de halve dosering ongeveer net zoveel stikstof achter in de grond als de volvelds drijfmestgift.
Vedelaar is nieuwsgierig naar hoe de reactie van het gewas in het veel nattere jaar 2021 zal zijn. Ten eerste zullen opbrengsten hoger uitvallen, want beregenen kon niet in het veld, wat in 2020 de opbrengsten sterk beperkte. De vraag is of het gewas daarbij in 2021 meer van de gegeven stikstof kon benutten en er mogelijk minder achterblijft in de bodem. Dat wordt in december gemeten. Aardappelen, zeker pootgoed, zijn een slechte benutter van stikstof vergeleken met uitbundiger of dieper wortelende gewassen als graan en suikerbieten.
Mineralen
De provincie Flevoland en het waterschap willen graag de hoeveelheid naar het milieu gelekte stikstof beperken. Van dit element vinden mensen van het waterschap nog steeds wat pieken in het oppervlaktewater. Vedelaar vertelt dat de ‘achtergrondvervuiling’ door kwel veel minder geworden is in het gebied. Daarom ligt de bal bij vermindering nu eerst bij de landbouw in Flevoland.
Voor de telers is efficiënt gebruik van de stikstof een drijfveer om zich te verdiepen in beperking van de mestgift. Op de mineralenbalans blijft dan mest over om op andere momenten in te zetten of om de extra ruimte te gebruiken om compost of andere bodemverbeteraars te gebruiken. Vedelaar: „Het is een mooi verhaal om dan ruimte te krijgen om op andere manieren aan de bodemvruchtbaarheid te werken.”
Uit onderzoek van het Louis Bolk Instituut blijkt dat de combinatie van plantenvoeding en bodemverbetering (bodemvoeding) de beste opbouw van organische stof geeft. Die organische stof is weer gunstig voor de bewerkbaarheid van de grond, bodemleven, watervasthoudend vermogen en bescherming tegen slemp door betere aggregaatstabiliteit.
„Met de combinatie van drijfmest en compost houd je de opbrengst overeind en de organische stof neemt toe. Kunstmest trekt eerder de verhouding van het bodemleven scheef. Je krijgt meer schimmels ten koste van de bacteriën. De combinatie van drijfmest in de rij laat mogelijk minder stikstof na.”
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes