Actieprogramma Nitraatrichtlijn: ‘1 op 3 is een stap te ver’
In het ontwerp zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn wordt onder meer de verplichting gesteld voor de teelt van een rustgewas iedere vier jaar in het bouwplan vanaf 2023 en per 2027 iedere drie jaar. Met een rotatie van 1 op 4 valt volgens Van Wenum nog te leven. „Maar 1 op 3 is een stap te ver. Zeker in gebieden waar de waterkwaliteit niet echt een probleem is.”
Dat is ook één van de dingen die hem stoort: het feit dat de minister de maatregelen generiek over het land wil uitvouwen in plaats van alleen in de gebieden waar écht problemen zijn met het oppervlaktewater. „Dit plan heeft verstrekkende gevolgen voor bijvoorbeeld de zetmeelaardappeltelers, terwijl er in dat gebied (nagenoeg) geen problemen zijn.”
'Niet opleggen maar stimuleren'
In zijn notitie Herbezinning Mestbeleid van vorig jaar geeft de LTO-vakgroep aan voorstander te zijn van maatregelen om het bodem- en perceelbeheer te verbeteren. Mits dat gebeurt op een positieve manier, bijvoorbeeld via het GLB of het Pachtbeleid. In deze notitie, het zogenoemde tien puntenplan van LTO Nederland, pleit de vakgroep ook voor een gewasrotatie met afwisseling van diep- en minder diep wortelende gewassen of de teelt van rustgewassen in een klimaat- en bodemvriendelijk bouwplan. Maar dat kan niet zo maar worden opgelegd, zeker niet generiek, stelt Van Wenum. „Maak het voor boeren aantrekkelijk om deze maatregelen te nemen. Met de voorstellen in de 7e notitie is meer sprake van een afstraffing.”
Verdienmodel in de knel
Wanneer akkerbouwers hoogsalderende gewassen moeten inruilen voor laagsalderende teelten komt het verdienmodel komt het verdienmodel in de knel, van zowel de telers als de hele keten die hier aan verbonden is. „Zulke maatregelen verwacht ik niet van een minister die zegt dat ze het verdienmodel van boeren hoog in het vaandel heeft.” Elke akkerbouwer kent volgens hem de waarde van rustgewassen. „Maar een akkerbouwer wil aan het eind van de rit ook een inkomen hebben.” In zijn ogen is de nieuwe notitie van de minister „geschreven om Brussel gunstig te stemmen”.
Volgens Van Wenum moeten probleemgebieden en de zoektocht naar gerichte oplossingen de basis zijn voor het beleid. Hij denkt hierbij onder meer aan de mechanisatie. „Er rijden her en der nog wel oude kunstmeststrooiers rond waarbij er ook over de sloot wordt uitgestrooid. Voer een verplichte kantstrooier in, dan komt er geen korrel meer in de sloot. Dat zijn zinvollere maatregelen.”