Fotoserie: Plant- en bodemgezondheid samengebracht op themadag
Riemens benaderde de aanpak van de geïntegreerde teelt vanuit verschillende hoeken. Ze sprak over de pijlers onder de aanpak, waarbij gewasdiversiteit, robuuste rassenkeuze en diverse facetten van bodembeheer horen. Onderzoekers van WUR en deskundigen van IRS en Agrifirm legden vervolgens uit hoe dit praktisch toe te passen op akkerbouwbedrijven.
Volgens WUR-onderzoekers Marie Wesselink en Johnny Visser is de gewasrotatie een belangrijk instrument om de bodemziektes en –plagen in de hand te houden. Visser gaf aan dat geïntegreerd nematodenmanagement een beheersingsstrategie voor de telers is. Hulpmiddelen bij de bepaling van de volgorde van gewassen en groenbemesters zijn de internetpagina’s Aaltjesschema.nl en Best4Soil.eu. Visser noemt behalve het soort gewas ook het ras. „Asterix en Hansa zijn gevoelig voor aaltjes en Fontane minder. Heb je het maïswortelknobbelaaltje, dan kies je bijvoorbeeld dat laatste ras.”
De tekst gaat verder onder de foto
Visser noemde voorbeelden als het telen van suikerbieten voorafgaand aan peen of de teelt van tagetes om het vrijlevende aaltje Pratylenchus penetrans sterk terug te dringen. Bedrijfsleider Marc Kroonen van proefbedrijf Vredepeel raadt aan monsters te steken bij twijfel of de aaltjesdruk voor bepaalde teelten hoog kan zijn. Een gewas of groenbemester kan geen waard zijn voor bepaalde aaltjes of ze zelfs onderdrukken, maar niet voor alle schadelijke aaltjes tegelijk. ‘Niet gokken’, is zijn advies.
Thea van Beers van Agrifirm geeft uitleg over het opnemen van lelies in de rotatie. „Huurland gebruiken vinden we niet duurzaam. Het zou mooi zijn om een systeem te bedenken waarin de lelieteelt past. Lelies hebben last van Verticillium-schimmels en van Pratylenchus-aaltjes, maar ze vermeerderen geen chitwoodi-aaltjes.”
De tekst gaat verder onder de foto
Onderzoekers Wieke Vervuurt en Harry Verstegen van WUR keken wat een gevarieerd bouwplan met en zonder extra organische stofaanvoer doet met de bodemgezondheid. Voor de balans tussen aanvoer en mineralisatie van organische stof is een aanvoer van ongeveer 2.000 kilo organische stof per jaar nodig op de zuidoostelijke zandgrond, becijfert Verstegen. Bij een te lage aanvoer meten de onderzoekers een opbrengstderving van 4 procent op termijn.
Extra aanvoer levert geen plus op in de productie. De onderzoekers namen wel een groenere strook waar in de aardappelen, vier jaar na de toepassing van de extra organische stof. Verstegen: „Misschien is de betere waterhuishouding dankzij de extra organische stof een verklaring.” Na een periode van lage aanvoer van organische stof kost het weer jaren om deze ‘verwaarloosde bodem’ te laten herstellen met compostaanvoer en weer op het productieniveau van daarvoor te brengen.
De tekst gaat verder onder de foto
Techniek
De techniek kan telers behulpzaam zijn bij het geïntegreerd aanpakken van plant- en bodemgezondheid. Hilfred huiting en Timo Sprangers van WUR bespreken dit aan de hand van het monitoren van plagen voorafgaand aan een bestrijdig en bij het toepassen van werktuigen met camera’s. Sprangers laat een paar camera’s zien die in te zetten zijn op een vingerwieder met siteshift en een spuitmachine die gewas en onkruid herkent of de plaag kan zien. Sprangers: „Het kan een flinke besparing op middel opleveren, maar het herkennen van een gewas is soms al moeilijk. Voor ieder nieuw gewas moet een nieuw algoritme gemaakt worden.”
Om de mechanische bestrijding van onkruid gemakkelijker te maken, plantten de onderzoekers uien met potjes van vijf bij elkaar. Het idee was om het gewas zo een voorsprong op het onkruid te geven. Als het gewas al goed vaststaat, is de schoffel of vingerwieder eerder inzetbaar. Marc Kroonen deed er ervaring mee op; „Maar dit jaar bleek het moeilijker. De veertandeg was nog lang te agressief voor deze bewerking.”
De tekst gaat verder onder de foto
Volgens Sprangers is de cameratechniek voor Nederlandse bedrijven nog wel eens te duur. „Op grote Australische bedrijven verdien je de camera’s eerder terug. De crux bij onze, kleinere bedrijven met veel gewassen zit erin dat je veel algoritmen nodig hebt. De techniek die hier staat deed het in Zwitserland goed in de bieten, maar toen we het hier in de uien probeerden moest de camera eerst het gewas weer leren herkennen.”
De tekst gaat verder onder de foto
Bijdrage grondbewerking
Derk van Balen en Lennart Fuchs onderzochten op zes percelen wat gereduceerde grondbewerking ten opzichte van ploegen bijdraagt aan bodem en teelt. Van Balen zegt dat soms ploegen beter uitpakt en soms gereduceerde grondbewerking. Mogelijk valt de minerale stikstof bij gereduceerde grondbewerking lager uit en daarmee de uitspoeling ervan.
Door gereduceerde grondbewerking ontstaat een wat dichtere laag niet zo diep in de bouwvoor. De meeste gewassen, waaronder granen, aardappelen en peen, kunnen daar prima in wortelen. Van Balen: „Voorafgaand aan uien zouden we misschien liever wel gaan ploegen. Je moet dus meerdere werktuigen hebben om daar op in te spelen. De ploeg kan niet zomaar bij het oud ijzer. We zien bij gereduceerde grondbewerking meer draagkracht bij de grond.”
Een intensievere grondbewerking kan volgens Marc Kroonen positief zijn voor de afbraak van schadelijke, bodemgebonden schimmels. Van Balen stelt daarop reagerend dat het onderzoek leert dat je ‘hybride moet denken’. Combinaties van technieken zijn denkbaar, soms niet-kerend, soms ploegen, soms ecoploegen, naar gelang wat je doel is.
De tekst gaat verder onder de foto
Veel kennis
Nadeel van de geïntegreerde aanpak is dat er veel kennis samenkomt bij elke teelt. Dat maakt volgens Leendert Molendijk en Paulien van Asperen van WUR het doordringen van de berg kennis bij akkerbouwers moeilijker. Molendijk: „We zetten met specialisten alle kennis over bodemgezondheid op een rij en, zelfs toen we dat zo compact mogelijk deden, kwamen we op een document met 110 bladzijden.”
Om het toegankelijker te maken bouwden de onderzoekers een Gezondgewastool. Daarin kunnen telers voor allerlei bodempathogenen zien wat maatregelen voor effect hebben. In de tool is het mogelijk achtergrondinformatie op te roepen per onderwerp. Van Asperen: „Hij werkt, maar we willen er verder aan schuren met de reacties van telers erop.”