Einde harde Brexit pootgoed niet in zicht
Dat concludeert voorzitter Dick Hylkema van de Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO) uit de antwoorden van demissionair LNV minister Carola Schouten op vragen van VVD Tweede Kamerlid Jan Klink. Op 16 juli werden de Kamervragen over de sluiting van de Britse grenzen voor EU pootgoed gesteld.
Europese Commissie
Schouten deelt de opvatting van het VVD Kamerlid dat de stilgevallen pootgoed handel als gevolg van de Brexit een slechte zaak is voor handel en teelt in zowel de Europese Unie als het Verenigd Koninkrijk. De impasse is niet zozeer een technische kwestie maar een politieke keuze, schrijft de minister. Die kan alleen op EU niveau opgelost worden. Onderlinge afspraken tussen het Verenigd Koninkrijk en Nederland zijn niet mogelijk, schrijft ze. Onlangs heeft Nederland de Europese Commissie nogmaals gewezen op het belang van wederzijdse markttoegang.
Hylkema is er blij mee dat de minister het belang van de kwestie inziet maar constateert tegelijkertijd dat de Nederlandse regering tot nu toe nog niet in staat is gebleken in Europees verband een doorbraak te realiseren. Hij verwijst naar de regeling die de EU heeft met Zwitserland over de uitwisseling van pootgoed.
Compensatie mogelijkheden
De NAO zal haar achterban informeren over de compensatieregeling die in het leven is geroepen voor bedrijven die kunnen aantonen dat ze schade lijden door de Brexit.
Hylkema: ‘We kunnen de omvang van de schade als NAO niet precies kwantificeren, al is de omzet in Euro’s vergeleken met het jaarlijkse export totaal beperkt. We zullen onze achterban bijpraten over de zogenaamde Brexit Adjustment Reserve. Er zijn bedrijven met vestigingen in zowel Nederland als Groot-Brittannië. Maar een doorbraak in de impasse bewerkstelligen heeft prioriteit. We blijven druk uitoefenen namens de Nederlandse aardappelketen en ik hoop dat onze Britse collega’s dat in het Verenigd Koninkrijk ook blijven doen.”