Boeren in Westhoek blij met motie-Goudzwaard
Het vruchtbare akkerbouwgebied, waar voornamelijk aardappelpootgoed wordt geteeld, zou een 'wisselpolder' moeten worden. Middels een gat in de zeedijk zou het water van de Waddenzee met de getijden de 47 hectare metende polder in en uit kunnen stromen.
In het plan van het Wetterskip Fryslan zou er dan geleidelijk waddenslib worden afgezet in de laaggelegen polder. Dat nieuwe Natura2000-gebied zou dan een mooie overgang vormen richting het Werelderfgoedgebied van de Waddenzee, was het idee.
Kamervragen
Het plan was voor Derk Boswijk, Tweede Kamerlid voor het CDA, deze zomer aanleiding om Kamervragen te stellen aan demissionair minister Schouten van Landbouw. Die antwoordde vervolgens eind augustus dat het plan voor de 'wisselpolder Westhoek' slechts één van de vele ideeën was die het Friese waterschap had opgehaald voor het gebied langs de zeedijk tussen Koehool en Lauwersmeer. Volgens de minister kende het plan nog geen formele status en was het aan de provincie Friesland om te beslissen wat er met het gebied zou gebeuren.
Provinciaal Statenlid Maarten Goudszwaard (voorheen zetelend namens FvD; tegenwoordig voor JA21) vindt dat hoogst opmerkelijk. „Wij hebben op 21 april al een motie ingediend dat er géén vruchtbare akkerbouwgrond mag worden opgeofferd voor ambities op het gebied van natuur, zoals bij wisselpolders en andere dijkdoorbraken. Die motie is al op 23 juni aangenomen, met 28 stemmen vóór en 15 tegen.” Ook LTO en de akkerbouwvakbond NAV waren fel gekant tegen het plan.
Goudszwaard: „Het frappeerde me dan ook dat minister Schouten eind augustus zegt: de provincie gaat daar over. Kennelijk hebben de ambtenaren van de provincies dat niet goed doorgecommuniceerd, dat die motie al lang was aangenomen.”
'Klein poldertje'
Hoe dan ook, de betrokken boeren in het gebied zijn verheugd dat de provinciale volksvertegenwoordigers geen heil zien in het onder water laten lopen van de polder. Zoals de maatschap Hoogterp in Sint Jacobiparochie. „Wij verbouwen pootaardappelen, en circa 10 hectare van onze grond ligt in die polder”, zegt Willem Hoogterp. „Het is maar een klein poldertje, van zo'n 47 hectare, en er zit verder geen bebouwing in. Denk dat ze daarom hun oog hadden laten vallen op dat gebied.”
De aanname van de motie vindt Hoogterp een positief signaal voor de hele streek. Het Bildt is juist bij uitstek geschikt voor de pootgoedteelt, legt hij uit. „De grond tegen de zeedijk bestaat uit goed bewerkbare klei, en het klimaat is ook gunstig voor de pootgoedteelt. We hebben hier vaak wind van zee en van die kant worden geen luizen aangevoerd die virussen kunnen verspreiden. En bij warme zomers valt de verdamping hier aan zee ook altijd mee.”
De ligging van het gebied maakt dat pootgoedtelers als Hoogterp over de hele wereld virusvrije pootaardappelen van hoge kwaliteit kunnen exporteren. Volgens Statenlid Goudzwaard heeft 23 procent van alle aardappelen in de wereld dan ook hun roots in Noord-Groningen en Noord-Friesland. Die kostbare landbouwgrond moet dan niet worden opgeofferd voor de natuur, stelt hij.
Holwerd aan Zee
Goudzwaard wijst ook op het project Holwerd aan Zee. Daar is het plan eveneens om een doorbraak in de zeedijk te forceren, om zo de verbinding tussen het Werelderfgoed Waddenzee en het achterland te herstellen. 'Dit betekent niet alleen een economische kans voor het dorp en de héle regio, maar ook een ecologische kans voor de kwelders, de wadvogels, migrerende vissen en alle andere soorten die baat hebben bij meer variatie in de kwelders, brakke zones en een natuurlijke zoet-zout overgang', aldus de website Holwerdaanzee.nl.
„Ik snap dat dat een leuke revitalisatie is van het Holwerdse platteland, maar ook daar zal landbouwgrond voor worden opgeofferd”, vreest Goudzwaard.