LTO: ‘We hebben betere alternatieven dan ontwerp Actieprogramma Nitraatichtlijn’
De vakgroep akkerbouw en vollegrondsgroente roept telers nogmaals op deel te nemen aan de Internetconsulatie over het ontwerp zevende Actieprogramma nitraatrichtlijn en met name door te geven hoeveel de voorgestelde maatregelen op bedrijfsniveau gaan kosten.
60.000 hectare extra teeltvrije zone?
Op sectorniveau gaat LTO cijfers publiceren die de financiële impact van de maatregelen in beeld brengen, zoals een 1:3- rotatie met rustgewassen en uitbreiding van teeltvrije zones. Uitbreiding van de teeltvrije zones betekent landelijk dat mogelijk 60.000 hectare grond uit productie genomen wordt. Door individuele reacties van bedrijven die de inkomstenderving in beeld brengt komt de boodschap nog beter over, veronderstelt de vakgroep. Reageren kan nog tot 18 oktober, via deze link:
Hele keten in het geweer
De vakgroep gaat het ministerie van LNV op andere gedachten proberen te brengen, samen met alle andere betrokken partijen in de keten, zowel de Nederlandse Akkerbouw Vakbond, het NAJK, en het bedrijfsleven van verwerkers tot en met partijen als de Rabobank en coöperaties.
Vakgroepvoorzitter Jaap van Wenum: „Het ministerie zal geen kans krijgen partijen tegen elkaar uit te spelen. Deze gezamenlijke aanpak geeft ook aan hoe groot de gevolgen zijn van deze generieke maatregelen die het ministerie over heel Nederland wil uitrollen. Het raakt niet alleen de akkerbouwers in hun voortbestaan maar ook de alle andere betrokken ketenpartijen.”
Sommige maatregelen zoals inzaai van vanggewas voor 1 oktober bij aardappelen-en suikerbietenteelt zijn procesmatig simpelweg niet mogelijk bij de verwerkers. En in een teelt als suikerbieten werkt het ook nog eens averechts. „In oktober nemen suikerbieten op het land meer mineralen op dan een vanggewas”, aldus van Wenum.
Ruimte voor alternatieven
In het Tweede Kamerdebat waarin het zevende Actieprogramma nitraatrichtlijn ter sprake kwam heeft demissionair LNV-minister Carola Schouten aangegeven dat er ruimte is voor alternatieve maatregelen. Die zijn er wel degelijk, stelt de vakgroep akkerbouw en vollegrondsgroente. Regionale gebiedsgerichte aanpak is succesvol gebleken. Zowel in de provincies Noord-Brabant als in Flevoland.
Daarom wordt het Bedrijfsbodemwaterplan, de opvolger van het Bedrijfswaterplan in Noord-Brabant, landelijk uitgerold. Deze online tool combineert regionale waterkwaliteitsdoelstellingen van waterschappen met maatregelen op bedrijfsniveau die de water-en bodemkwaliteit verbeteren. In Flevoland heeft een ander soort Bedrijfsbodemwaterplan goed gewerkt door ondernemers gezamenlijk te laten werken aan de verbetering van de waterkwaliteit en met metingen te laten zien dat hun aanpak werkt.Sowieso moeten metingen van de waterkwaliteit meer aandacht krijgen.
Fraude en overbemesting
Van Wenum: „We zijn als sector zelf natuurlijk ook aan zet om overbemesting en fraude zoveel mogelijk tegen te gaan. Ik wil benadrukken dat de overgrote meerderheid hun goede wil laat zien. Maar in het vroege voorjaar en na de oogst komt het regionaal soms nog voor dat er overbemest wordt. Overtredingen van individuen kunnen grote gevolgen hebben voor de waterkwaliteit in een veel groter gebied. Daardoor moeten de goeden onder de kwaden lijden. Elkaar er op aanspreken is nodig. Aanpak van overbemesting en fraude is ook voor de Europese Commissie een zwaarwegend punt.”
Goede wil en trekkers
Van Wenum rekent op de goede wil van het ministerie van LNV. „Onze alternatieven werken beter dan de generieke aanpak van het ministerie. Het vorige actieprogramma waar LNV de regie in had, heeft in ieder geval niet gewerkt. Maar als ze hardnekkig blijven hameren op handhaafbaarheid en controleerbaarheid van kalenderlandbouw maatregelen via de satelliet en daarmee het vakmanschap uitschakelen, dan komen we er niet uit.”
Of de boeren dan maar weer met trekkers naar den Haag moeten? „Laten we hopen dat het niet nodig is. Ik geloof niet dat het helpt om met trekkers naar den Haag te gaan, maar dat is mijn persoonlijke mening.”