Schouten schuift motie uitfaseren gewasbescherming door naar haar opvolger
Schouten gaf vanmorgen tijdens het plenair debat aan dat de motie in haar ogen niet helemaal duidelijk is. De minister wil onderscheid maken tussen hoog en laag risicomiddelen. „Ook de biologische middelen vallen onder de laag risicomiddelen.” De minister is van mening dat de laag risicomiddelen behouden moeten blijven. De motie is in haar ogen te algemeen gesteld. „Ik ga hier dan ook niet verder mee aan de slag.” Bovendien vindt ze dat een debat over gewasbeschermingsmiddelen een grotere discussie vraagt. „Ik ga er van uit dat mijn opvolger hier mee aan de slag gaat.”
Schouten verwees verder naar het Uitvoeringsprogramma toekomstvisie gewasbescherming, waarin duidelijke afspraken zijn gemaakt tussen de overheid en de sector over een verdere beperking van de emissie. „Daar zijn we voor aan het werk, er zijn al de nodige stappen gezet.”
Lees ook: Opinie Michiel van Andel: Domweg gestemd voor verbod op gewasbeschermingsmiddelen
De motie van Vestering over het uitfaseren van gewasbeschermingsmiddelen maakt veel emoties los onder akkerbouwers. Veel telers laten op Twitter weten haar oproep niet te begrijpen. Zo vraagt akkerbouwer Jaap Lodders zich af hoe het onkruid tijdens het groeiseizoen moet worden aangepakt zonder herbiciden.
De tekst gaat verder onder de tweets
Koploper blijven
Volgens LTO Nederland en de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) gaat de motie van Vestering voorbij aan de realiteit. Het verminderen van het gebruik van middelen is een goed doel maar kan niet zonder randvoorwaarden. In hun reacties wijzen LTO en NAV net als minister Schouten op het Actieplan Plantgezondheid en de Toekomstvisie Gewasbescherming 2030, waarin duidelijke afspraken zijn gemaakt tussen overheid en sector. Kern van deze plannen is met weerbare gewassen en teeltsystemen ook in 2030 koploper te blijven in het telen van gezonde en veilige voedsel- en sierteeltproducten.
Akkerbouwers willen graag meewerken aan minder middelengebruik en minder emissie en residuen, maar dat kan niet zonder een aantal randvoorwaarden. Van belang is daarbij wel dat zij ook op de korte termijn handelingsperspectief houden, en dat de transitie naar duurzame teeltsystemen niet ten koste gaat van het economisch perspectief van ondernemers. Uitfasering van gewasbeschermingsmiddelen in 2035 miskent die randvoorwaarden en zet het voortbestaan van veel Nederlandse teelten op het spel, aldus LTO en NAV.