Phytophthora en holle aardappelknollen geven problemen in bewaarproces
Van Iperen betitelt het afgelopen seizoen als een uitdagend groeiseizoen. Het bedrijf signaleert dat sommige aardappelpercelen besmet zijn geraakt met phytophthora. Het gevolg is dat knollen kunnen gaan rotten. Daarnaast zijn er ook percelen die kampen met hol in de aardappelknollen. Deze praktijkervaringen is voor Van Iperen aanleiding telers te waarschuwen voor bewaarproblemen bij zowel phytophthora aardappelknollen als holle aardappelknollen. Bij veel natte en/of rotte knollen is het volgens het bedrijf uit Westmaas verstandig om deze niet te behandelen met kiemremmingsmiddelen, maar hier vervroegd afscheid van te nemen. Dit ter voorkoming van grote kwaliteitsproblemen.
MH-bespuiting
Volgens van Iperen is op veel plekken de mh-bespuiting goed opgenomen door de aardappel. Dit door de aanwezigheid van voldoende vocht en een groen gewas. Bij partijen waar geen goede opname van mh heeft plaatsgevonden, is het advies om op tijd te starten met het toedienen van kiemremmingsmiddelen.
Drogen
Bij goed bewaarbare aardappelpartijen, moet de teler direct na het inschuren starten met drogen. Het drogen dient zo lang te gebeuren totdat de snijvlakken droog aanvoelen. Voor de eerste twee weken is het advies te streven naar een producttemperatuur die minimaal 2 °C boven de verwachte dauwpunt temperatuur ligt met een minimum van 12 tot 14 °C. Een droog product bevordert de kiemrust en zorgt voor een optimale werking van alle kiemremmingsmiddelen. Houd voor tafelaardappelen een streeftemperatuur aan van <5 °C en voor fritesaardappelen een streeftemperatuur van 7 °C, zodra de omstandigheden het toelaten. Voor een goede concentratie moet de ruimte zo klein mogelijk zijn. Wanneer de schuur niet volledig is gevuld, is het verstandig om het gedeelte waar geen aardappels liggen af te schermen. Hiermee wordt een te lage concentratie van kiemremmingsmiddelen voorkomen.
Ventilatiecapaciteit
Voor een goede verdeling van de kiemremmingsmiddelen in de goed afgesloten bewaring is voldoende ventilatiecapaciteit essentieel. De kiemremmingsmiddelen moeten voldoende tijd hebben om zich te verdelen in de ruimte. Voor een goede verdeling gaat volgens Van Iperen de voorkeur uit naar het gassen over de aardappelhoop. Mocht dit niet kunnen, dan kan het toedienen plaatsvinden via de drukgang met een goede verdeling. Bij een slechte verdeling kan er een piek ontstaan in de concentratie waardoor er schade kan ontstaan aan de aardappels.