LTO: ‘Uitroeien AM onmogelijk’
Volgens de LTO Vakgroep Akkerbouw en Vollegrondsgroente heeft de nieuwe AM-verordening een groot en onnodig negatief effect op de hele aardappelketen. Daarbij wijst de vakgroep op het feit dat de huidige beleidsuitwerking van NVWA verspreiding voorkomt en besmettingen beperkt. Dit terwijl de aardappelproductie kwalitatief en kwantitatief goed kan verlopen. Als de nieuwe aanpak van de EC in werking treedt zal dit leiden tot een vermindering van het Nederlandse areaal dat beschikbaar is voor de teelt van pootgoed, consumptie- en zetmeelaardappelen.
Overleg
De partijen in de aardappelketen hebben over de voorgestelde wijziging een gezamenlijke brief gestuurd aan minister Schouten van LNV. Daarin roepen ze de minister op om niet in te stemmen met de voorgestelde wijzigingen. Naar aanleiding van deze brief heeft de minister de betrokken partijen uit de aardappelketen uitgenodigd voor een gesprek. „Ze wil bezien welke acties ze richting Brussel kan nemen. Ook hebben we onze lobbyisten in Brussel aan het werk gezet om te onderzoeken of we meerdere Europese landbouworganisaties op één lijn kunnen krijgen. Verder zijn de aardappelhandelshuizen ingeschakeld. Die beschikken vaak over een internationaal netwerk. Via die weg proberen we ook druk richting de EC te kunnen uitoefenen”, legt LTO vakgroep bestuurder/akkerbouwer/pootaardappelteler Peter Berghuis uit.
Uitroeien
De LTO vakgroep Akkerbouw en Vollegrondsgroente ageert vooral tegen het woordje ‘uitroeien’. Volgens Peter Berghuis heeft dit woordje verstrekkende gevolgen voor de aardappelteelt. Berghuis: „AM is niet uit te roeien. Het kan alleen met gerichte maatregelen worden bestreden.” Met de voorgestelde aanpak van bruinrot, ringrot en bladziekte in aardappelen heeft de LTO vakgroep geen problemen. „Maar met het ‘uitroeien’ van AM wel. Als in de toekomst een laboratorium een van de twee cysteaaltjes in een perceel aantreft, wordt dit hele perceel besmet verklaard”, aldus Berghuis.
Twee soorten aaltjes
De EC wil de nematoden Globodera rostochiensis en Globodera pallida (ook wel aaltjes genoemd) uitroeien. De Nederlandse namen voor deze aaltjes zijn respectievelijk Geel aardappelcysteaaltje en Wit aardappelcysteaaltje. Nu kan bestrijding hiervan plaatsvinden door het toepassen van (ruime) vruchtwisseling, het gebruik van resistente aardappelrassen, het gebruik van vang- en lokgewassen en het toepassen van chemische grondontsmetting. Ook inundatie (het onder water zetten) van een perceel is volgens de NVWA een effectieve maatregel.