Wat je niet ziet aan groenbemesters, maar wat ze toch doen
„Een plant steekt al gauw 30 procent van zijn energie in wortelexudaten”, aldus Deckers. „Dat doen planten niet voor niets. Ze stimuleren het voor hun groei gunstige bodemleven. Dat meet je dus niet in de plantaardige biomassa die je weegt aan het eind van de groenbemesterteelt.”
Bacteriën en schimmels gebruiken de energie en andere koolstofbronnen uit de wortelexudaten en ze nemen dus in massa en activiteit toe. DSV streeft ernaar om daarom de groenbemesters die ze veredelen toe te spitsen op de gewassen die daarna geteeld worden. Hoewel er nog heel veel over te leren is, denkt Deckers dat dit wel een van de sleutels voor een weerbare teelt is. Het is een indirecte bijdrage van de groenbemesters aan de volggewassen.
Tijdens de Groenbemestersdag op proefbedrijf Westmaas kwamen veel gunstige aspecten van groenbemesters aan de orde. De weerbaarheid past bij de visie van onderzoekers en telers op de teelt in de toekomst. Als direct ingrijpen met gewasbescherming minder geaccepteerd wordt, is de teelt gezonder te houden met nieuwe kennis over de samenwerking van bodemleven en gewassen.
Stikstof
De teelt van groenbemesters sluit aan bij de kringloopvisie. Daarbij past ook de zorg voor gunstige bacteriën en schimmels of natuurlijke vijanden van plagen, is de visie van Deckers. Het bodemleven kan bijdragen met voeding én bescherming in de gewasteelt.
Bij de voeding van het gewas kwam tijdens de Groenbemestersdag meermaals stikstof aan de orde. Het de winter over tillen van stikstof met een groenbemester of vanggewas dat langer staat,is een mogelijkheid. Aanvullend kunnen klavers actief stikstof binden. Zij gebruiken daarvoor de samenwerking met bacteriën in wortelknolletjes. Pieter Vos van de firma Barenbrug liet dat tijdens de themadag zien.
Een tijdig gezaaide vlinderbloemige, bijvoorbeeld een wikke of een klaver, bindt volgens Vos ongeveer 25 kilo stikstof, die in het volgende seizoen bespaard kan worden op de stikstofgift. Een andere groenbemester zou misschien 25 kilo stikstof nodig hebben om te willen groeien. De klavers besparen dus op de bemesting en maken zelfs wat extra.
Vos laat mengsels van klavers zien. Daarbij zitten soorten die goed presteren onder moeilijke omstandigheden. De Barenbrug-man noemt in dat verband de balansa klaver in het mengsel dat hij toont. Die kan onder natte omstandigheden toch goed presteren. Mede dankzij die eigenschap tekent de klavermix niet duidelijk in de sporen, waar de combine gereden heeft bij de graanoogst voor het zaaien van de demoveldjes op proefbedrijf Westmaas. Andere klavers in de mix zijn witte, rode, Alexandrijnse en Perzische klaver en inkarnaatklaver.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes