Gedetailleerder cijfers over effectieve organische stof uit groenbemesters
De nieuwe ‘kengetallen’ voor effectieve organische stof (EOS) helpen telers bij het maken van de keuze of geven een beter inzicht wat de teelt bijdraagt aan de organische stofopbouw. Sommige groenbemesters zijn alleen later of juist alleen vroeg te zaaien en de nieuwe cijfers geven inzicht in wat het zaaitijdstip doet met de ontwikkeling van de biomassa.
Een voorbeeld is tagetes (afrikaantjes). Dit is een warmteminnend en vorstgevoelig gewas. Zaai je het op 15 juli, dan levert het 2.500 kilo EOS, een bijzonder hoge productie. Zaai je het een maand later, dan zakt dat getal naar 1.200 kilo. Later zaaien kan niet met deze teelt. Een voorbeeld van een laat te zaaien groenbemester (half september tot begin oktober) met altijd nog 1.050 kilo EOS is rietzwenkgras. Winterrogge gezaaid op 1 oktober levert ook nog 650 kilo effectieve organische stof, net als wintergerst.
Soorten als bladrammenas en gele mosterd leveren de beste organische stofproductie bij vroeg zaaien. Japanse haver presteert het beste als deze zo vroeg mogelijk in augustus gezaaid is, maar kan nog redelijk presteren bij zaai tot in oktober, Dat geldt ook min of meer voor Italiaans raaigras.
Gewashoogte
Omdat de stand van het gewas van jaar tot jaar verschilt, maakten de onderzoekers van WUR ook een tabel die de relatie EOS met gewashoogte aangeeft. Isabella Selin Noren vond een duidelijke relatie tussen de hoogte van het gewas en de EOS. Hoe hoger het gewas, hoe meer EOS. Met de tabel en een maatlint in de hand kan de teler bepalen wat de prestatie van de groenbemester was in het teeltseizoen.
Lees meer over dit onderwerp en bekijk de cijfers en de rapporten over dit onderwerp.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes