Fotoserie: Tulpen planten met ‘The Pink Planter’
Perry Pater is samen met zijn broer Martin eigenaar van Pater bloembollen bv. Perry Pater checkt regelmatig of de bollen diep genoeg geplant worden en of de spreiding van de netten goed is. Daarbij regelt hij ondertussen de planning van het plantgoed van het bedrijf naar het land en coördineert hij het lelies rooien. Broer Martin houdt zich thuis bezig met de verwerking van de leliebollen en het export-klaar maken.
De grond waar de bloembollen de grond in gaan is van Melkveehouder Johan Dekker. Pater huurt deze grond. De melkveehouders hanteert een rotatiesysteem bestaande uit vijf jaar grasland, gevolgd door het zesde jaar tulpenteelt. Drie tulpenrassen gaan de grond in.Tijdens de fotoserie waren ze bezig met het planten van Jumbo Beauty, maar ook de rassen Royal Virgin en Jan Seignette worden in Zeewolde geplant.
Zware omstandigheden
Perry Pater: „Het plantseizoen loopt van begin oktober tot achterin november. Voor 20 november wil je de tulpenbollen eigenlijk wel geplant hebben en het liefst natuurlijk onder goede condities. Het is hier lichte klei met zware zavel, goede grond voor tulpengroei. Omdat het nu redelijk nat is, zijn het redelijk zware omstandigheden. Het gaat zo net, maar er moet nu niet meer regen vallen.”
Dit jaar is Pater bloembollen bv overgestapt op The Pink Planter met een werkbreedte van 1.80 meter in plaats van 1.50 meter. Pater: „Het planten gaat wel iets zwaarder, maar op 1.80m planten is efficiënter qua tijd en oppervlaktebenutting.”
Lange dagen
Pater teelt tulpen in Biddinghuizen, Dronten, Zeewolde en Emmeloord. Ook in Noord-Holland, onder andere in Spierdijk en de Beemster. Spreiding van he teeltgebied is risico-spreiding. Daarbij teelt Pater ook lelies op zandgronden bovenin Brabant (rond Schaijk) en in Noord-Oost Drenthe. Samen met loonbedrijf Schagen en het plantteam van Pater Bloembollen BV worden de tulpenbollen netjes geplant. De bollentelers maken lange dagen als ze gaan planten in Zeewolde. Om zes uur in de ochtend vertrekken ze, om via de Markerwaarddijk naar de Flevopolder te rijden. Na een werken zijn ze ergens tussen negen uur en half tien 's avonds weer thuis. De warme maaltijd laten ze ter plekke komen.
Beeld: Susan Rexwinkel