Sector wil twee-sporenbenadering in 7e Actieprogramma: maatwerk of generieke regels
In dit plan heeft de ondernemer de keuze tussen een maatwerkaanpak en de algemeen geldende regels. Bij de keuze voor maatwerk staat het doel centraal en kan de ondernemer maatregelen nemen die het beste bij hem/haar en het bedrijf passen om het gewenste doel te bereiken met een beperktere economische impact voor ondernemer, loonwerker en de keten. Deze maatwerkaanpak is een heel andere insteek dan die van LNV. „Het principe is dat de ondernemer de keuze heeft”, zegt Tineke de Vries (LTO) namens de acht partners. Ze verwacht niet dat alle ondernemers zullen kiezen voor maatwerk. „Dat maatwerk betekent echt wel wat. Je moet maatregelen nemen, meten, en hiervoor verantwoording afleggen.”
De partijen zetten zich tevens gezamenlijk in om alternatieven te bieden voor de voorgestelde generieke regels, zoals de voorgestelde inzaai van een vanggewas voor 1 oktober op alle zand- en lössgronden, de bouwplanvoorschriften, het verplicht aandeel rustgewas voor graasdierbedrijven en de algehele verbreding van bufferstroken. Deze voorstellen zijn volgens De Vries onwerkbaar. „Wat er nu voorligt, kan echt niet.”
Borging
Het slagen van hun plan staat of valt met de borging ervan, weet De Vries. Ook minister Schouten heeft het grote belang van borging benadrukt. Recent gaf ze in een debat aan niet voor maatwerk te hebben gekozen, omdat ze het Nitraatcomité niet zou kunnen overtuigen dat met een maatwerkaanpak de doelen behaald gaan worden. En als het Nitraatcomité niet overtuigd raakt, zouden ze Nederland geen derogatie toekennen. „Natuurlijk hebben wij daar ook over nagedacht: de plannen moeten uitvoerbaar en handhaafbaar zijn. Maar ons plan is, omdat er zo weinig tijd was, met stoom en kokend water in elkaar gezet. We zijn blij met de moties die er liggen en dat Schouten er positief in staat. Als er voor ons plan wordt gestemd, gaan we alles verder uitwerken.” Ideeën over sturing zijn er wel. „We kunnen werken kritische indicatiefactoren, meten en controleren. Maar hoe en wie dat dan moet doen, dat moeten we nog uitwerken.”
Wat als er vanmiddag een negatief besluit valt? „Dan verandert de situatie en moeten we ons opnieuw beraden. Want als de huidige plannen doorgaan… ik durf er niet eens over na te denken. Daar kan ik geen voorschot op nemen.”
Derogatie
De basis voor het actieprogramma ligt in de Europese Nitraatrichtlijn van 1991, waarin iedere lidstaat verplicht is iedere vier jaar een actieprogramma in te dienen om aan te tonen hoe de verontreinigingen van het grond- en oppervlaktewater vanuit de landbouw met nitraat worden aangepakt. Als een lidstaat kan aantonen dat het een lang groeiseizoen heeft en een gewas meer nitraat op kan nemen dan gemiddeld, kan het land (gewas-)derogatie aanvragen. Maar ook zonder derogatie moet een lidstaat een actieprogramma opstellen en uitvoeren. Voor de primaire sector en ketenpartijen is de derogatie van groot belang en onmisbaar, stellen de acht partijen.