HLB op zoek naar beste aanpak van ritnaalden

Ritnaalden vormen een steeds groter probleem in de open teelten. Op meer en meer plekken wordt schade aangetroffen in de gewassen te velde, met als gevolg dat bijvoorbeeld partijen aardappelen worden afgekeurd voor de consumptie. Tegelijkertijd wordt het middelenpakket om ritnaalden, de larven van de kniptorren, aan te pakken kleiner. De meeste middelen die worden ingezet hebben ’slechts’ een nevenwerking.
'Het komt niet goed'
Om inzicht te krijgen in het aantal boeren dat al dan niet met ritnaaldenschade te maken heeft en hoe boeren hier in de toekomst mee om denken te gaan, besloot het HLB een enquête op te stellen. „We hopen hiermee een beeld te krijgen van hoe telers hier in staan. Er was heel lang de gedachte ‘We voegen granulaat toe of gebruiken een zaadcoating en het komt wel goed’. Maar we blijven schade zien dus het komt niet goed”, zegt Graafstra.
De enquête is weliswaar nog maar kort geleden opgestart, maar de eerste reacties laten al wel zien dat ritnaalden een groot probleem vormen voor telers, zegt Graafstra. „Er komen reacties binnen van telers die aangeven dat ze meer dan 300 euro per hectare schade hebben in verschillende gewassen of telers die met afgekeurde partijen zitten. Ook vanuit de veehouderij komen reacties, over maïs die afsterft.”
Het HLB probeert de kennis breed uit de sector te halen. Naast telers worden ook handelshuizen en aardappelverwerkers gevraagd naar hun ervaringen met bijvoorbeeld rasverschillen of de impact van een vroege of juist late oogst.
Natte grondontsmetting
Graafstra denkt dat het wegvallen van gewasbeschermingsmiddelen zeker een rol speelt in de toename van bodemgebonden ziekten en plagen zoals de ritnaalden. „Eerder zorgde bijvoorbeeld natte grondontsmetting er voor dat kniptorren en andere plagen werden gedood in de grond. Nu de inzet van bepaalde middelen en methodieken (bijna) niet meer mogelijk is, nemen de problemen toe. Niet voor niets komt ook de coloradokever de laatste jaren weer sterk terug.”
HLB deed ook een literatuurstudie om zo te leren hoe groot het probleem nu eigenlijk is. Het werd Graafstra al gauw duidelijk dat er nog veel onduidelijkheid heerst over de ritnaalden, maar ook over de kniptorren. „Het gaat nu nog veel op basis van aannames en gevoel. In de literatuur is er nog maar weinig over te vinden, veel adviezen zijn gebaseerd op de toevoeging van granulaat.”
Lees verder onder de foto
Het HLB loopt zelf ook tegen vragen aan. „Wat is het natuurlijke gedrag van ritnaalden en waar wordt dit door beïnvloed.” Het laboratorium voert momenteel potproeven uit waarmee het een deel van deze vragen op kleine schaal hoopt te beantwoorden. Afhankelijk van de uitkomsten wil het lab een aantal van deze potproeven opschalen naar veldproeven.
De toelating van granulaat staat nog niet op de tocht, maar Graafstra vindt het belangrijk om nu al actief te zoeken naar alternatieven. „We moeten niet met lege handen komen te staan als granulaat onverhoopt toch wegvalt.”