Jonge akkerbouwer moet veranderen in bodembeheer om toekomst in te gaan
In een serie van tien ochtenden besteedt de opleiding aandacht aan de veranderende wereld voor de akkerbouwer. Dat kan leiden tot andere keuzes. In de eerste ochtend gaf akkerbouwer Klaas Schenk uitleg over hoe hij brak met het geijkte pad. Schenk verkleinde zijn bedrijf, koppelde los van de bank en richte zijn werk zo in dat hij kwalitatief hoogwaardig pootgoed kan produceren zonder extra personeel, tijd heeft voor zijn nevenfuncties en voor zijn gezin. Hij illustreerde daarmee hoe anders je kunt reageren op de veranderingen in de wereld.
Bij een bedrijfsovername moet de jonge akkerbouwer nadenken welk spoor het beste past bij de toekomstbestendige ontwikkeling van het bedrijf. Gea Bakker van de Rabobank gaf de grote lijnen aan, waarmee de jonge akkerbouwer rekening moet houden. Volgens haar zitten de grote uitdagingen voor de sector in zes transities:
- Vraaggestuurde ketens
- Kringlooplandbouw
- Gebiedsgerichte aanpak
- Klimaattransitie
- Precisieland- en tuinbouw
- Versterkt ondernemerschap
Een groot aantal van die veranderingen hangt samen met het bodembeheer. „Je moet aantoonbare stappen zetten naar toekomstbestendige akkerbouw.” Bakker zegt dat de bank daar ook op gaat letten bij de financiering van bedrijven. De mate waarin je je aanpast aan kringlooplandbouw, klimaatverandering of verzilting, zal dus gaan meewegen voor je financiering en voor het toekomstbestendige karakter van de akkerbouwbedrijven.
Hoe belangrijk de bodem is in de toekomstbestendige akkerbouw legden de sprekers op de tweede en de derde themadag aan de studenten voor. Leen Janmaat van het Louis Bolk Instituut en René Jochems van Groeibalans bespraken de rol van organische stof en bodemleven voor de teelt. Saskia Houben van WUR Open Teelten Lelystad en Carina Rietema van SPNA gaven uitleg over klimaatverandering, de aanpassing van het bodembeheer daarop en over verzilting en wat dat met een gewoon akkerbouwbedrijf doet.
De donderdagochtenden van CIV Groen lopen nog tot eind januari.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes