‘Neonicotinoïden zijn een gelopen race, focus op Batavia en Closer en resistente rassen’
Elf EU-landen hebben terecht een tijdelijke vrijstelling afgegeven voor het gebruik van neonicotinoïden in de bietenteelt, omdat er of geen alternatieven waren (chemisch of niet-chemisch) of omdat er risico bestond op resistentie. Dat was de conclusie die de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (Efsa) eerder deze week bekendmaakte.
Achterhoedegevecht
Deze conclusies staan exact in lijn met wat de bietensector voortdurend heeft gecommuniceerd naar de landbouwminister, zegt Arno Huijsmans van Cosun Beet Company. „Maar Schouten staat er anders in. En wij zien geen mogelijkheid meer dat de minister hier anders over zal gaan denken. Met dit rapport van Efsa is de deur niet verder opengegaan.” Van Wenum noemt opnieuw vragen om een vrijstelling een achterhoedegevecht. „Dat gaat ‘m niet meer worden, we hebben het geprobeerd en onze verzoeken zijn afgewezen. Daar balen we van, maar we hebben ons best gedaan.”
Huijsmans en Van Wenum zetten nu liever hun kaarten op alternatieven die nog wel haalbaar zijn, zoals een tijdelijke vrijstelling voor het gebruik van Closer en Batavia tegen bladluizen in de bietenteelt. Voor deze middelen heeft Schouten dit jaar wel derogatie verleend. Huijsmans geeft aan dat de suikersector zich opnieuw hard wil gaan maken voor een vrijstelling in 2022.
Resistente rassen
Ook is er de hoop op de ontwikkeling van bietenrassen die resistent zijn tegen het vergelingsvirus, maar dat is een kwestie van de lange adem, erkent Van Wenum. „Dit jaar viel de schade gelukkig mee, dankzij een lage luizendruk en de weersomstandigheden. Laten we hopen dat we snel resistente rassen krijgen. De paar jaar daar naar toe moeten we zien te overleven.”
De NVWA concludeerde in maart na onderzoek dat de teelt van suikerbieten met het beschikbare pakket aan middelen en maatregelen niet mogelijk was, en dat de aanvraag vanuit de sector voldoet aan de eis van bijzondere omstandigheden. De tijdelijke vrijstelling van Closer en Batavia voor het beheersen van bladluizen in de teelt van suikerbieten voldeed aan de criteria voor een noodsituatie, aldus de NVWA.
Elf landen
Na het verbod op de neonicotinoïden hebben elf EU-landen besloten gewasbeschermingsmiddelen op basis van deze werkzame stoffen wel voor een bepaalde periode toe te staan. België, Kroatië, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slowakije en Spanje verleenden derogatie voor gewasbeschermingsmiddelen op basis van de werkzame stoffen clothianidin, imidacloprid, thiamethoxam en thiacloprid. De ontheffing was geldig voor maximaal 120 dagen. Nederland deed dit echter niet, ondanks oprukkende problemen met vergelingsvirus in de bietenteelt.