‘Akkerbouwers moeten zich beter wapenen tegen veranderende weersomstandigheden’
De weersextremen vormen volgens haar een belangrijke uitdaging voor de landbouw. Niet alleen vandaag, maar ook in de toekomst. „We zien dat de toename van weersextremen de grootste bedreiging voor de landbouw vormen wat klimaatverandering betreft”, zei Garré. „De droogtes en piekregens kunnen tot oogstverliezen van 40 tot 50 procent leiden. We zien nu al een stijging in het voorkomen van piekregens en droogtes.”
Bodem
Garré raadt akkerbouwers aan om meer aandacht te schenken aan de bodem. „Als de bodem een betere structuur heeft, kan die meer water vasthouden. Bij droogte is er dan langer nalevering van water aan de planten. Bij extreem weer kan er meer water infiltreren en zal er minder erosie optreden.”
Volgens Garré is ook irrigatie belangrijk. „Aardappelen wordt steeds meer geïrrigeerd doordat het vaker lang droog is, maar we kunnen dat efficiënter doen. We moeten zoveel mogelijk afstappen van de haspel die lokaal veel water spuit en niet zo efficiënt is doordat veel water verdampt, weggeblazen wordt door de wind en wegsijpelt. Het gaat ook om beter doseren en op het juiste moment water toevoegen op de juiste plaats. Er zijn tegenwoordig voldoende data, sensoren en modelplatformen beschikbaar om een precies irrigatieschema te gebruiken.”
Druppelirrigatie
Volgens Garré kan er ook in de aardappelteelt meer ingezet worden op druppelirrigatie. „In België wordt het nog niet veel gebruikt omdat men bang is voor de hogere investeringskost in het irrigatiemateriaal. Jammer, want het heeft tot 90 à 95 procent efficiëntie. De watergift komt dus bijna helemaal ten goede van de plant, terwijl dat bij de conventionele technieken in Vlaanderen maar rond de 60 tot 70 procent ligt.”
Tekst: Matthias Vanheerentals