Raad van State ziet principezaak in conflict dwangsom tarragrond
Dat zei rechter en staatsraad Bruno van Ravels deze week met zoveel woorden tijdens een rechtszaak in Den Haag. Een uitspraak in deze Heijningse kwestie kan in dat geval gevolgen hebben voor akkerbouwers in het hele land. In ieder geval gaat de hoogste bestuursrechter bekijken of de OMWB akkerbouwer Aart Maris een dwangsom van 9.000 euro mocht opleggen.
De West- en Midden-Brabantse milieudienst ging daartoe over nadat Maris een talud van de Kraaiendijk met 250 kuub tarragrond had verstevigd, zonder een onderzoek te doen naar het gehalte van bestrijdingsmiddelen en meststoffen. Volgens de OMWB had hij bovendien een milieumelding moeten doen. Omdat Maris niet 1,2,3 reageerde op een brief van de milieudienst verbeurde hij 9.000 euro. Maris zei dat hij door de coronatijd niet op tijd kon reageren. De aardappelteler snapte er niets van waarom de OMWB opeens zo streng begon te handhaven op zijn tarragrond. „Ik gebruik tarragrond al jaren voor dit soort dingen. Dat was nooit een probleem. Ook collega-akkerbouwers gebruiken tarragrond voor egalisatie en versteviging.”
Ellende
De OMWB-woordvoerster zei dat tarragrond volgens de landelijke bodemregeling (BBK) alleen teruggebracht mag worden op een akker waar dezelfde typen gewassen worden geteeld. „En niet op een dijktalud met gras. Er kunnen allerlei gevaarlijke stoffen inzitten die daar niet thuishoren. Maris had zich overigens een hoop kosten en ellende kunnen besparen door de tarragrond van het talud weg te halen en op zijn akker uit te rijden. Of hij had voor 1.500 euro een milieuonderzoek kunnen doen om vast te stellen dat de tarragrond geen gevaarlijke resten bestrijdingsmiddelen bevat.”
Maris en diens raadsman J. van Houtum zeiden het onbegrijpelijk te vinden waarom de OMWB na jaren van stil zitten opeens met hoge dwangsommen gaat smijten voor iets waar niemand ooit last van heeft. „Zoveel van mijn collega’s gebruiken tarragrond voor ophoging, de moestuin, of versteviging van dijktalud. Het talud waar ik de grond heb aangestampt is nota bene mijn eigendom. En waarom wordt alleen ik er uitgepikt en niemand anders. Ik ken zo al vijf collega’s in de buurt die hetzelfde hebben gedaan.” Staatsraad Van Ravels wilde weten hoe dat zat. „Wij zijn intussen ook aan het onderzoeken of we meer overtreders met tarragrond gaan aanpakken,” aldus de zegsvrouw van de Brabantse milieudienst.
Ingewikkelder
Staatsraad Van Ravels vond de zaak ingewikkelder dan bij voorbaat leek. „Er kleven toch wel wat principiële kanten aan deze dwangsomzaak. Mogelijk dat ik er nog twee rechters bij haal om de zaak nader te bestuderen.” De staatsraad vond het vreemd dat tarragrond wel gewoon gebruikt kan worden op akkers waar voedsel wordt geproduceerd, maar zodra de boer er iets anders mee doet zou het opeens een soort afvalgrond worden. Mocht de OMWB gelijk krijgen dan mogen de akkerbouwers hun tarragrond alleen nog op de teelakkers van herkomst terug brengen, of ze moeten met kostbare onderzoeken aantonen dat er geen gevaar voor de volksgezondheid bestaat.
Maris zei het belachelijk te vinden dat hij wel aardappels in de grond mag kweken maar zijn dijk er niet mee mag verstevigen. Raadsman Van Houtum vulde nog aan dat Maris het talud wel met licht vervuilde industriële B-grond had mogen aanstampen, maar niet met akkerbouwgrond.
Mogelijk volgt er nog een vervolgzitting met drie rechters, of staatsraad Van Ravels doet toch direct einduitspraak.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Susan Rexwinkel